Slakkengang






Een gewone huis- tuin- en keukenslak is een rechtsopgewonden verschijning in de tuin. Hoewel niet ieders grootste vriend, is het wezen bijzonder genoeg om eens van dichterbij te bekijken.
Zo is er uiteraard het slakkenhuis van kalk met een soort laklaagje van chitine in vele verschillende kleuren en bandpatronen. De slak zit voor een groot deel gedraaid in z’n huis, een evolutionair grapje dat naast een goede overlevingstactiek ook vervelende dingen als het schrappen van dubbele organen tot gevolg heeft gehad. Je moet de ruimte ergens vandaan halen. Naast het kwetsbare orgaangedeelte bestaat de slak uit nog twee delen. Een gespierde voet en de kop. De eerste zorgt door een golvende spierbeweging in combinatie met een slijmerige afscheiding voor de voortbeweging. De kop is een apart geheel van gesteelde zintuigen. Twee om te “kijken” en twee om te tasten en te “ruiken”. Bij verstoring trekt de slak zijn meetapparatuur naar binnen om daarna het zaakje weer voorzichtig uit te schuiven. Die achterdochtigheid is vaak niet zonder reden.


Zanglijsters houden van slakken. Ze vinden ze om op te eten en dat doen ze dan ook. Een slak bevat ongeveer 79 gram water, 16 gram eiwit, 2 gram koolhydraten, 2 gram suikers en 1 gram vet per 100 gram. Voedzaam dus. Maar ja, zodra een slak zich terugtrekt is dat harde slakkenhuis een flinke barrière. De Zanglijster gaat echter fluitend aan het werk. Hij zoekt een flinke steen, neemt het slakkenhuis met inwoner er in z’n snavel mee naar toe, en beukt het huis er net zolang op los totdat het bezwijkt. Zo komt hij bij zijn malse lievelingsvoedsel. Nu kan er op zo’n plek een waar slakkenhuiskerkhof ontstaan. Naast de lijster zijn er bijna geen vogels die deze truc kunnen nadoen. Een lijstersmidse is dan ook met recht het geheim van deze slakkenhuissmid.

Related Posts with Thumbnails