pollenbestuiving





Omdat ik niet het zoveelste stukje wilde schrijven over stuifmeelallergie beperk ik me maar eens tot het stuifmeel zelf en dan in het bijzonder de vorm en structuur van de stuifmeelkorrel, ook wel pollen genoemd als ze met meerdere zijn. Het is een bijzondere wereld. Pollenkorrel zijn niets anders dan het plantaardige eenmansvehikel van een mannelijk zaadcelletje dat door de lucht reist om in het beste geval uiteindelijk bij het juiste vrouwelijke vruchtbeginsel terecht te komen. E en mannelijke pollenkorrel van een appel kan nooit een peer bevruchten. Daar heeft de natuur wel voor gezorgd. Hier komen grootte, vorm, structuur, maar ook het aantal kiemspleten en kiemporen om de hoek kijken.

De grootste pollenkorrels zijn bijna 0,1mm groot, de kleinste zijn ongeveer 0,01mm. De vorm van de pollenkorrels is meestal rond tot ovaal of eivormig, maar er komen ook platte pollenkorrels voor en stuifmeelkorrels met luchtzakken (voor een betere verspreiding). Je hebt pollenkorrels die zich in droge staat inklappen om zo beter beschermd te zijn. Het maakt voor de vorm dus uit of je ze droog of vochtig bekijkt onder de microscoop.


Het oppervlak van een stuifmeelkorrel van een wind bestuivende plant is veelal glad of korrelachtig. Toch zijn er ook onder de windbestuivers meer exotische vormen met puntvormige tot streep- of ribbelachtige structuurtjes of netvormige verdikkingen. De structuur van de pollenwand van een plant die gebruik maakt van insecten bij de bestuiving zijn vele malen complexer van opbouw. Het zijn ware kunststukjes met ribbels, wallen, grote en kleine uitsteeksels en holtes die als een net uitgestrooid zijn over het oppervlak.

Dan de twee meest bizarre en niet uit te leggen onderdelen die van belang zijn bij de koppeling van het juiste mannelijke zaadbeginsel met het juiste vrouwelijke zaadbeginsel: De kiemspleten en de kiemporen. Beide hebben ook iets te maken met de structuur van de stuifmeelkorrels. Ik ga er voor het gemak maar van uit dat ze essentieel zijn voor een juiste koppeling om een vruchtbare versmelting mogelijk te maken. Ze kunnen verdiept liggen of juist net iets uitsteken. Ook is er de mogelijkheid dat ze afgedekt zijn met een dekseltje. Ook is belangrijk of ze een uitstekende rand, de zogenaamde annulus, hebben. Heel cryptisch dus wat het precies is… Maar wat maakt dat eigenlijk uit? Wat blijft is de verwondering over de veelvormige mysterieuze inventiviteit die planten zich getroosten om zich voort te kunnen planten.


De kennis die in dit stukje is samengevat was niet op papier gekomen zonder de bijdrage van de zeer goede beschrijving op de website van de Radboud Universiteit van Nijmegen. Bedankt daarvoor!

Related Posts with Thumbnails