Zoals je tegenwoordig er bij hoort met een Ipod in je oor zo was in het art nouveau-tijdperk (1890 - 1910) een gehoorbuis volgens de laatste mode een item waar je mee gezien kon worden. Veel van zulke buizen werden uitgevoerd in zilver, met een glazen of ivoren oorstuk. De uitgang van de toeter was vaak prachtig versierd met een hekwerk van krullerig gebogen lijnen en ook de buitenkant was bij sommige modellen buitensporig versierd. Mooi vakmanschap is het zeker. Waar een modern gehooraparaat het moet hebben van fantastische techniek, hebben deze gehoorbuizen een hoog artistiek gehalte. Dat de trompet door al deze decoratieve versieringen niet beter ging werken zal wel tegen dovemansoren gericht zijn geweest.