Gouden Kokerjuffers






Ach wat is ze toch mooi. Niet de Kokerjuffer zelf (echt een schoonheid is het niet) maar het fantastische huis wat ze gebouwd heeft. Hubert Duprat is de bedenker van de levende kokerjuffersieraden. Hij zette de wetenschappelijke experimenten van François-Jules Pictet uit 1835, om in kunst. Pictet onderzocht in hoeverre Kokerjuffers andere materialen gebruiken dan de natuurlijk aanwezige materialen. Navolgers, zoals Jean-Henri Fabre, lieten de Kokerjuffers kokers van rijstkorrels en glazen kralen bouwen. In 1980 liet Hubert Duprat zich inspireren door goudzoekers bij de rivier de Ariège. Zouden er ook gouden Kokerjuffers leven in die rivier? Gouden Kokerjuffers, dat zou een mooi gezicht zijn.

Zo gedacht, zo gedaan. Exemplaren van de families Limnephilidae, Leptoceridae, Sericostomatidae en Odontoceridae werden gevangen en op zachthandige manier uit hun natuurlijke huisjes gezet. In hun nieuwe onderkomen vonden de Kokerjuffers nieuwe materialen, om te beginnen goudvlokken. Hiermee konden de sieraden in spe een nieuw bouwsel maken. Om dat te doen verbindt de larve de materialen met een zijden draad. Door een spiraalvormige beweging te maken creëert de larve zijn koker. Het materiaal wordt vastgezet en de binnenkant bekleed met zijde. Wel zo fijn voor het weke lijf wat de koker beschermt. Door ook kralen van turkoois, opaal, lapis lazuli en koraal, alsmede robijnen, saffieren, diamanten, parels en kleine staafjes goud aan te bieden, verfraaid de Kokerjuffer zijn koker op natuurlijke en magnifieke wijze. Dat een menselijke kunstenaar ze daarbij helpt en ietwat stuurt doet niets af aan het wondermooie zo niet schitterende resultaat.

De Kokerjuffer is zoals gezegd een larve. Ze leeft ongeveer een jaar onder water waarna ze zich verpopt. Na het verpoppen zwemt de vlinder naar de oppervlakte. De schietmot die verschijnt is een effen bruin of grijs gekleurde vlinder die zich voortplant en binnen enkele weken sterft. Het is een zomaar grijs einde voor een in kunde groot bouwmeester en mozaiekkunstenaar. Het bevestigd maar weer eens dat het niet alles goud is wat er blinkt.

Vliegende Vis






Vliegende vissen (Exocoetidae) zijn zeevissen die tot wel vijfhonderd meter kunnen vliegen. Er bestaan er wel zeventig verschillende en allemaal verruimen ze zo nu en dan het ruime sop voor de blauwe lucht.
Waar andere vissoorten kleine borstvinnen hebben om een beetje te sturen en rond te kanbbelen, zijn de borstvinnen (en soms ook de bekkenvinnen) van vliegende vissen ongewoon groot. Deze vinnen kunnen de vissen plat vouwen en uitspreiden al naargelang ze onder of boven water zijn.

Om te vliegen moeten de vliegende vissen op grote snelheid direct onder het wateroppervlak gaan zwemmen. Hierbij worden de vinnen dicht bij het lichaam gehouden. Als vliegende vissen uit het water springen, spreiden ze hun vinnen om zo lang mogelijk te kunnen zweven. Net boven de golven is de luchtweerstand het kleinst, dus de vis blijft relatief dicht bij het wateroppervlak. Eenmaal boven het water kan een vliegende vis ook een serie glijvluchten achter elkaar maken. De vis zet zich hierbij van het water door met zijn staart op het water te slaan, om zich zodoende met kracht af te zetten voor een nieuwe glijvlucht.

Het blijft voor onderzoekers een raadsel waarom vliegende vissen soms de lucht boven de zee verkiezen. Een van de theorieën is dat de vissen vluchten voor roofvissen. Een andere theorie is dat de dieren energie besparen door af en toe een stukje te 'vliegen' . Het houd de wetenschap bezig, maar het zal de vliegende vis worst wezen (of liever plankton, want dat eet hij graag).

pinacotheek







Een pinacotheek of op z'n sjiek Pinacotheca stamt nog uit de Romeinse tijd. In de tijd van de grote Romeinse keizers had vrijwel elke vermogende Romein zijn eigen pinacotheek, oftewel kunstverzameling. De verzameling bestond veelal uit geschilderd werk, maar er werd ook gepronkt met beeldhouwwerk en mooie geschriften. in de 17e eeuw werd het weer erg mode om je rijkdom te tonen door wanden van de voornaamste zaal of gallerij (brede gang) in het huis van boven tot onder te stofferen met dure schilderijen, iets wat dan ook volop gedaan werd. Op legio schilderijen staan pietepeuterige figuren in dure gewaden zich te vergapen aan een magnifieke wand vol met schilderijen. Voor elk wat wils!


zuurzak








Guanabana heeft niets met de Muppetshow te maken. Het bekt wel lekker op dit liedje. Nee, het is een exotische vrucht met een bijzonder lekkere fris zoet-zure smaak. Omdat het heel moeilijk is om uit te leggen hoe lekker, is proberen het devies. De groene vrucht met helder witte binnenzijde en grote zwarte pitten wordt echter niet zo vaak in Nederland verkocht. Zuurzak is niet goed te exporteren (grote kans dat er ook gewoon te weinig vraag naar is) en kun je in herkenbare vorm eigenlijk enkel in blik kopen. Ik weet niet of dit qua smaak bij de real thing in de buurt komt, maar ja wat doe d'r an. Niet veel waarschijnlijk. Appelsientje heeft wel iets gemixt met Guanábana, maar dat smaakt in de verste verte niet naar Guanábana, Jammer. De toko is de aangewezen plek voor de zuurzakliefhebber. Hier zijn, als we de berichten mogen geloven, de eerder genoemde blikken en ook zuurzakpoeder te verkrijgen. In Costa Rica hebben ze in de supermarkt ook Guanábana oplosdrink. Gewoon koel water bij het poeder en genieten maar. Heerlijk! Wij zullen het moeten doen met een recept. Zuurzakijs voor met z'n vieren, maar maak voor de zekerheid alvast de dubbele hoeveelheid..... Succes!




1 blik zuurzak*
125 ml slagroom


Pureer de zuurzak met vocht en al zo recht uit het blik. Meng de puree met de slagroom. Schep het mengsel in een bak en zet luchtdicht afgesloten in de vriezer. Het ijs heeft ongeveer drie uur nodig om tot iets ijzigs te bevriezen, maar om te voorkomen dat je opgescheept zit met een solide blok ijs moet je om het uur de ijskristallen in het mengsel kapot breken. Hierdoor krijgt je ijs een mooie structuur. Een half uurtje voor gebruik uit de vriezer zetten en genieten maar!




* zuurzak is verkrijgbaar bij de Japanse supermarkt. Tenminste, dat is zo in Eindhoven aan de Kruisstraat. Daar zit deze bijzonder smakelijke vrucht echter niet in blik maar met vruchtvlees en al ingevroren in een bekertje in de vriezer.


Er zijn ook recepten waar in de plaats van slagroom, melk (5 kopjes) en suiker (1,5 kopje) wordt gebruikt. Daar moeten dan wel twee blikken met zuurzak bij. Als dat te zoet wordt kan je wat citroensap toevoegen. Het ijsmengsel kan natuurlijk ook in een ijsmachine, maar die moet je dan wel toevallig een hebben staan...

spataderen





Soms ben je nieuwsgierig naar iets wat je later zomaar zou kunnen overkomen. Zo was ik vroeger gebiologeerd door de rare aderen op de benen van mijn oma. Het waren natuurlijk spataderen, maar wat het was, hoe het ontstond en of je er iets aan zou kunnen doen daar had ik natuurlijk toen nog geen idee over. Tijd voor een onderzoek dus.
Spataderen zijn in feite slappe aderen die door lekkende aderklepjes plaatselijk breder zijn geworden. Het zit namelijk zo. Bloed wordt door het hart rondgepomt, maar strtoomt natuulijk moeilijker omhoog dan omlaag. Om te voorkomen dat het bloed na een hartslag terug naar beneden stroomt, zijn de aderen om de tien centimeter van kleppen voorzien. Deze kleppen sluiten de ader na elke pompbeweging af. Sluit de klep niet goed door druk of uitlubbering dan lekt er bloed terug naar beneden, waardoor daar de druk weer toeneemt, met als gevolg een lekkende klep, en zo voort. Hierdoor ontstaan de kleine spataderen, ook wel takkenbosvenen genoemd, maar op termijn ook de dikke kronkelende knobbelige spataderen. 

Spataderen zijn niet mooi, maar ook nog eens ongezond omdat het bloed zijn afvalstoffen minder goed kan afvoeren. Daardoor kun van allerlei kwalen krijgen waar ik nog even niets van wil weten. Waarschijnlijk krijgen astronauten nooit spataderen. Zwaarte kracht is namelijk een grote boosdoener. Mannen wees blij, vrouwen hebben veel meer last van spataderen (een grap over de sterkte van het geslacht had hier goed gepast). Dikke mensen drukken zwaar op hun aderen en ouderdom komt met spataderen. Is er dan niets te doen aan deze uitspattingen?

Jawel. Zwemmen, joggen en wandelen helpt, net zoals niet te lang stil staan of zitten. Gevarieerd eten houd de aderen schijnbaar ook soepel. De voeten en benen van beneden naar boven af spoelen met koud water na het badderen schijnt ook goed te werken. Over steunkousen en gemakkelijke platte schoenen hoef ik nog even niet na te denken. Nou, goed te weten waar ik over tig jaar aan moet gaan denken (er van uitgaande dat ik onthoud dat ik dit stukje had geschreven)

Roald Dahl in Angling Spring Wood






Ten noordwesten van Londen ligt het dorpje Great Missenden. Op zich niets bijzonders, ware het niet dat hier een van de meest bijzondere schrijvers van onze generatie woonde: Roald Dahl. Ik schreef al veel eerder over mijn grote bewondering voor de geniaal mooie boeken die hij schreef. Wat ik echter heel mooi vond was dat Roald net zoals ik graag zijn omgeving heeft verkend. Zo brachten zijn voeten 'm vaak naar een niet al te groot bosje in de omgeving, Angling Spring Wood. In dit bos schreef Dahl zowel die slimme Fantastische meneer Vos als Daantje de Wereldkampioen. Dus ga naar buiten (als het droog is) en ga lekker inspiratie opdoen in je lokale bos!




Glazen bomen


Snoepgoed voor het oog, dat is het, dit glazen bos van de designers StokkeAustad en Andreas Engesvik....



Related Posts with Thumbnails