Toen ik voor het eerst het verhaal van de rubber eendjes hoorde kon ik me levendig voorstellen hoe de eendjes in een woeste storm uit hun container werden geslingerd, waarna ze al dobberend heel de wereld overstaken om vervolgens overal en nergens aan te spoelen. Een leuk verhaal, totdat ik las over het Plastic Archipel. Tien jaar geleden werd het voor het eerst in de Stille oceaan ontdekt. Een Archipel van kunststofafval ter grootte van Frankrijk, Spanje en Portugal tezamen. Daar kan Nederland dus met gemak 27 keer in.
De kunststofbrij bestaat uit zwerfvuil van het land en uit allerhande troep die de beroepsvaart en de pleziervaart over de reling kieperen. Plastic wegwerpflessen, plastic zakken , rietjes, ballonnen, deksels van milkshakebekers, strandspeelgoed, touw, vislijnen, kunststof zeil, lege vaatjes en plastic granulaatkorrels; vanalles verzamelt zich op het archipel. Ook de overboord geslagen speelgoedeendjes dus. Het moet voor de ontdekker, die dagenlang door het kunststofkerkhof vaarde, een curieuze tocht zijn geweest. De plastic brij dobbert op de wervelstroom van de Stille Oceaan, die door de passaatwinden in stand wordt gehouden. De wervelstroom pikt op zijn weg langs de stranden van Japan tot en met Canada rommel op. Doordat de randen van de wervelstroom continu in beweging zijn hebben ze een hoger zeeniveau dan verder naar binnen, waardoor alles wat drijft in het centrum bij elkaar klontert. Sinds het dobberende kunststof werd ontdekt, is de maalstroom alleen maar toegenomen. En dat is nog niet alles. Er zijn nog zes andere grote oceaanwervelingen waar deze samendrijvende plastic afvalbelten kunnen ontstaan. Opeens werden die dobberende eendjes een heel stuk minder leuk. Maar je weet het nooit. Wellicht wordt het door toekomstige generaties ooit nog bestempeld als een van de wereldwonderen. Het is maar net hoe je het bekijkt.