Sterk water, zo heet de conserverende vloeistof waarin vele preparaten uit museumcollecties in bewaard worden. Die preparaten zijn veelal dieren die niet opgezet kunnen worden, of waarvan de meerwaarde is dat je juist het binnenste kan bekijken. Een opgezet beest blijft natuurlijk ook maar alleen buitenkant. Dat is voor wetenschappelijke bestudering een beetje aan de magere kant. Op sterk water zetten biedt dan de oplossing. Die oplossing is een mengsel van formaldehyde in water; Formaline of ook wel Methanal genoemd. Overigens niet te verwarren met Methanol,de giftige tegenhanger van vuurwater oftewel alcohol. Nu is Formaline giftig en kankerverwekkend dus wordt het enkel nog gebruikt voor preparaten die echt niet op alcohol bewaard kunnen worden, zoals zeeslakken en kwallen. De meeste preparaten worden tegenwoordig bewaard in een alcoholoplossing met een sterkte van 70%. Dit heeft het voordeel dat het niet zo giftig is. Een nadeel van de alcohol is dat het op den duur kleurstoffen onttrekt aan de preparaten. Niet alleen verliezen de preparaten daardoor kleur, de onttrokken kleurstoffen vertroebelen bovendien de oplossing. Daarnaast is de alcohol vluchtig, dus verversen is noodzakelijk. De preparaten worden door velen luguber gevonden. Ik vind juist dat de schoonheid en detailering van het leveloze organisme veel beter te bestuderen is dan bij een levend wezen. De vloeistof, die een helder en vergroot beeld geeft, versterkt dat nog.
Ter afsluiting een sterk verhaal.
Op een dag vond een strandjutter op het strand van Texel een grote, houten ton. Hij verwijderde de stop en rook een sterke dranklucht. Het vat werd uiteraard door de jutter meegenomen, want wanneer spoelt er nou zomaar een groot vat sterke drank aan? Dat gebeurt niet iedere dag. De jutter kon zijn geluk niet op en nodigde zijn vrienden uit om de vondst van de drank te vieren. Samen dronken ze uit het vat, totdat er niets meer uit kwam. De jutter en zijn vrienden verbaasden zich hierover, want hetgeen wat ze gedronken hadden kon nooit de gehele inhoud van de ton zijn geweest. De jutter besloot daarom de deksel van het vat te halen. In de ton zat een echte, grote en hartstikke dode aap! Het dier was gevangen voor een museumcollectie in Engeland. Voor het transport was het beest op sterk water gezet. Het verhaal verteld niet wat de verbaasde strandjutters uiteindelijk met de aap deden of nog interesanter, hoe ze zich de dag erna voelden. Ik schat in dat hun maag minder sterk was dan het water.