Amy Ross






Bijzonder mooie schilderingen van iets dat niet is wat het lijkt. Amy Ross bedoelt het ook zo. Ze onderzoekt met haar qua detail realistische werken een surrealistisch idee waarbij bomen, andere flora en paddestoelen samensmelten met dieren zoals vogels, slangen, herten en wolven. Je wordt daardoor gemanipuleerd en op het verkeerde been gezet terwijl je toch echt enkel vogelpootjes ziet.


De sleutel







Een sleutel is net als het bijbehorende slot een prachtig ding. Sleutels zijn vernuftig en oude sleutels zijn vaak ook nog mooi van vorm. Ze vertellen verhalen over eigenaars of je kunt er juist een verhaal bij bedenken. Hieronder een verhaal dat ik tegenkwam op de website van het Oorlogsverzetsmuseum Rotterdam. Het gaat om de sleutel met nummer 1184.


De mensen van het verzetsmuseum schrijven over deze sleutel het volgende:

Op een onbewaakt ogenblik wisten wij de hand te leggen op een grote metalen sleutel, ruim 11 centimeter lang, aangetast door brand en roest. Aan de sleutel zit met een touwtje een label gebonden. En dat maakt de sleutel tot een ware schat. Het is een label zoals door de politie werd gebruikt om in het puin aangetroffen voorwerpen mee te identificeren.

Op de voorzijde van het label staan o.a. vindplaats: Beurs, datum: 23/6/40, de vinder: de Bruin. De achterzijde van het label is met een fijn handschrift beschreven: 

"Deze sleutel was de sleutel van de Brandkast, die in de kamer van de directeuren stond. De sleutel lag 10 mei 1940 in een muurkast naast de brandkast. De Beurs verbrandde 4 dagen later volkomen, alle vloeren stortten omlaag, de brandkast evenzoo, verloor daarbij den bodem, de deur werd scheluw, de inhoud bestaande uit acten, stichtingsoorkonde, en dergel, verbrandde tot witte asch, en deze sleutel lag meters ver ernaast."

Sleutel en label spreken tot de verbeelding. De sleutel omdat hij zo fijn groot is en je de illusie geeft dat je er geweldige deuren mee zou kunnen openen. Het label meer prozaisch omdat het zicht geeft op een werkelijkheid die ooit bestaan heeft. Je ziet de mannen in het puin speuren naar voorwerpen die niet verwoest zijn. Hoe ze zorgvuldig elk object meenamen en beschreven en bewaarden. Niet omdat ze zoveel waarde hadden- want wat moet je met een oude roestige sleutel?- maar om wat ze vertegenwoordigen: De gebouwen, het leven waarin ze een functie hadden, en dat zo ruw werd weggevaagd.

Met dank aan het  Oorlogsverzetsmuseum Rotterdam voor deze beschrijving die recht doet aan deze alledaagse, maar o zo bijzondere voorwerpen waarmee we ruimtes ontsluiten en besluiten.

uilen ogen






Een uil ziet van dichtbij niet erg scherp. Dat is niet zo erg omdat hij des temeer ziet op een afstandje. Anders dan bij zijn medevogels staan de ogen van de uil aan de voorkant van zijn kop. Daardoor kan de uil goed diepte zien en inschatten wat de afstand naar de prooi is. Met ogen werkt het zo dat er pas diepte te zien is als er met twee ogen tegelijk naar iets gekeken wordt. Omdat de ogen van een uil erg groot zijn heeft de uil geen ruimte over in zijn schedel voor oogspieren. Daarom kunnen de ogen van de uil niet bewegen. Hij kijkt altijd star recht vooruit. Om toch de wereld kunnen bekijken heeft de uil een super soepele nek. De wervels in de nek laten de kop ronddraaien, ondersteboven en achterstevoren keren. De uil kan zijn kop ongeveer 180° draaien.
Uilen hebben veel minder licht nodig om goed te kunnen zien, dat komt omdat ze een reflecterende laag achter hun netvlies hebben. Als er dan licht op het gevoelige netvlies van de uil komt stuurt de reflecterende laag het licht terug en daardoor kan hij dan in de nacht vele malen beter zien. Door het reflecteren geven de ogen van een uil een beetje licht. Niet alle uilen hebben dezelfde ogen. Er zijn er met zwartbruine, oranje en gele iris. Er is in het verleden gesuggereerd dat Hoe donkerder het oog hoe later de uil zou jagen. Dit blijkt in de praktijk toch niet helemaal te kloppen. De ogen van een uil worden beschermd door een derde ooglid , het knipvlies. Als hij dit knipvlies dicht doet schuift het vlies horizontaal over het oog en worden stofdeeltjes en vuil van het oog verwijderd. Ook bevochtigd het derde ooglid het oog tijdens de vlucht. Om het oog overdag tegen het felle zonlicht te kunnen beschermen is het knipvlies ook een beetje troebel zodat het licht gefilterd wordt. Zo kan de uil rustig een uiltje knappen.


Albino






Albino's kunnen in een rariteitencabinet natuurlijk niet ontbreken. Vandaar dit verhaal. Nu wilde ik meer over albinisme weten, maar nadat ik de wikipedia-pagina had gelezen was ik daarvan al snel genezen. Ik hou me dus maar op de vlakte omdat niemand wil lezen over oculocutaan albinisme, actinische keratosen of plaveiselcelcarcinomen. Wel mooie woorden voor het spelletje galgje overigens. Albinisme staat gelijk aan het verminderd aanwezig zijn of zelfs afwezig zijn van het pigment melanine. Dit is het meest duidelijk in huid, ogen en haar (of als het over vogels gaat veren). Die zijn namelijk wit. De celwanden zijn ongekleurd en ogen als matglas. Die vergelijking gaat bij de ogen nog wat verder. Hierbij is door de ongekleurde cellen het netvlies met bloedvaten te zien, waardoor het oog rood oogt.







Appelrassen






Schilder maar eens een appel. Nee, laten we anders beginnen. Schilder maar eens alle bekende appels van Amerika. Een schie onmogelijke klus, die toch echt ooit uitgevoerd werd. Deborah Griscom Passmore (1840-1911) was negentien jaar kunstenaar voor het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA). In een tijd dat foto’s nog duurder waren dan handwerk schilderde ze daar allerhande fruit. In totaal zijn er  meer dan 1500 werken van haar hand bekend. Van appels, peren tot kersen en aardbeien, ze schilderde ze allemaal. De aquarellen hebben een fotografische verfijning. De werken werden in bulletins  van het Amerikaanse ministerie van Landbouw gepubliceerd onder andere onder de noemer “Promising New Fruits”. Ze zijn zo mooi dat het water je bijna in de mond loopt van enkel het kijken.

Even terug naar de appeltjes. Er zijn op dit moment bij benadering 7.000 verschillende appelrassen. Het rare is dat we met z’n allen Jonagold, Granny Smith en Golden Delicious en nog een paar soorten appels eten en de rest van de soorten nooit in de winkel te zien krijgen. Da’s raar, maar waar. Maar waar een wil, is, is een weg. Dus zijn er gelukkig ook mensen die aandacht besteden aan lekkere oude appelrassen die zo vol van smaak kunnen zijn dat de supermarkt-appeltjes er maar bleekjes bij afsteken. Niks zoetsappige eenheidsappeltjes. Appeltjes met pit!
Zin gekregen in een appeltje? Koop dan een eigen fruitboom en kies daarbij voor een soort die vroeger ook bij jou in de buurt geteeld werd. Dan heb je straks een heleboel eigen appeltjes te schillen.

http://www.heyheyhey.nl/





Soms kom je dingen tegen... Tja, gewoonweg geniaal! Zo ook het filmpje van 'Mevin and the machine' van Hey hey hey. Geniet met volle teugen.



Related Posts with Thumbnails