gesneden hoorn





Toen ik begon met het schrijven van dit verhaal was ik in de veronderstelling dat hoorn, gewei en ivoor een en het zelfde materiaal betrof. Mooi niet dus. Hoorn en gewei is nooit ivoor, want ivoor komt enkel uit (slag)tanden voort. Behalve de narwal dan dacht ik, want die heeft een hoorn van ivoor. Weer mis. De "hoorn" van een Narwal is wél van ivoor want het is een ver uitgegroeide slagtand (meestal de linkse), geen hoorn dus. Hoorns van ivoor komen enkel in de mythologie voor. Bij eenhoorns.
Ivoor bestaat uit dentine, ofwel tandbeen. Hoorn bestaat uit keratine. Uit dat materiaal is de hoorn van de neushoorn opgebouwd, maar ook je nagels. Dus hou op met neushoorns afslachten en ga nagels bijten. Gewei ligt in dezelfde lijn als ivoor en hoorn, maar bestaat voornamelijk uit collageen, iets wat in de plastische chirurgie weer veel gebruikt wordt om slap vel mee op te vullen.

Genoeg over de verschillen. De overeenkomsten zijn evident. Van mamoetjager tot walvisvaarder en van eskimo tot afrikaan, allen wisten ze de bijzondere eigenschappen van de materialen te benutten om de meest fantastische kunststukjes van te snijden. Van ivoor tot gewei werden drinkbekers, beeldjes, hoorns om op te blazen, fluitjes, biljartballen en nog vele andere voorwerpen gemaakt. Het is vakmanschap ten top. Het mooist vind ik de gebruiksvoorwerpen met een ingekerfde tekening. Van een ongelooflijke schoonheid. Bijkomend voordeel is dat het materiaal zeer duurzaam is. Tenzij een knaagdier haar mineralenvooraad met je kunstwerk aanvult door het op te peuzelen natuurlijk....

richtingaanwijzer: navigatie instrumenten




Schreef ik al eerder over het nut van navigatie op zee, een van de navigatie-instrumenten bleef me op de een of andere manier bezighouden. Het betreft de navigatiering, een vernuftig stukje mechaniek. Zoals de naam al zegt is de navigatiering een ringvormig navigatie-instrument. Het bestaat uit twee in elkaar vallende ringen die onafhankelijk van elkaar te verdraaien zijn. Het ingenieuze staaltje navigatiewerk werkt als een zonnewijzer. Ten eerste stelt men de breedtegraad in. Als je een simpele versie hebt blijf je mooi op de breedtegraad waarvoor jouw navigatiering voor gemaakt is. Daarna kan door het verdraaien van de binnenste ring de datum en tijd geschat worden. Daarmee weet je ook meteen waar je bent. Het mooie en meteen ook het curieuze aan deze oude voorwerpen (de oudere exemplaren zijn van voor 1500, de afgebeelde is van 1696) is dat ze niet enkel voor navigatie op de zon gemaakt werden, maar ook voor navigatie met de sterren en op de maan. Uiteraard kwam een dergelijke navigatiering met een zomer- én een winterstand.

kauwgomkunstwerk





Het is kleurrijk en plakt aan de stoep. Rara? Kauwgomkunst. Ja, je leest het goed: kauwgomkunst. De Londense kunstenaar Ben wilson beschilderd kauwgom op de stoep. Waarom? Omdat de stoep er mooi van wordt en een ergelijke plakkauwgom een stukje vrolijke kunst. Ook is het een tegenreactie op de vele reclameuitingen die ons leven meer bepalen dan een mooi stukje kunst.

Mr. Wilson, zoals deze bijzondere kunstenaar ook wel heet, ligt dus veelal op de stoep om te werken aan zijn bijzondere project. Een outsider ziet de kunstenaar nog wel eens aan voor een man die onwel is geworden of een stadse zwerver, maar niets is minder waar. De kunstenaar tovert kleurrijke plekken op het grijze asfalt en de grauwe stoeptegels. Iedere beschildere kauwgom is een uniek kunststukje. Het is daadwerkelijk kunst van de straat. Zo letterlijk zelfs dat de kunstwerken zelf het verhaal vertellen van wat er in de buurt gebeurt. Dat kan een miniatuur van een gebeurtenis zijn of een verwijzing naar een bewoner. Mr. Wilson's kunst is dus van én voor de Londenaren.

zwangerschap

In de oudheid werden er ook kinderen geboren. Gelukkig maar. Dat bevallingen niet altijd lopen zoals gepland was ook toen bekend. In de 2e eeuw na Christus was er een Griekse arts die zich intensief bezig hield met het bevallingsproces. Zijn naam was Soranus van Ephesus en hij was tot 1526 de enige die zich echt serieus bezig hield met het onderwerp bevallen. Soranus van Ephesus beschreef in zijn boek 'Gynaecia' wat te doen bij bevallen. Hij bundelde daarmee alle toenmalige kennis van de gynaecologie, de verloskunde en de kindergeneeskunde in de Grieks-Romeinse wereld. Het gaat een beetje ver om alle onderwerpen van de 'Gynaecia' te bespreken, maar enkele zijn wel interessant om te noemen. Zo geeft Soranus tips voor het aannemen van een andere positie of het keren van het dwarsliggende kind. Daarnaast besteedde hij als eerste aandacht aan het toetsen van de gezondheid van het pas geboren kind, zoals het laten schreeuwen door het op de grond te leggen en nagaan of de moeder tijdens de zwangerschap wel gezond was geweest. Daarmee was hij zijn tijd ver vooruit (in 1952 kwam er pas een vergelijkbare toets: de APGAR-score). Als een kind niet positief uit de toets kwam was het kind volgens Soranus niet de moeite waard om opgevoed te worden. Dat klinkt hard, maar de mogelijkheden om zwakkeren in leven te houden waren toen nog erg beperkt. Hoe dat “niet opvoeden” gebeuren moest wist overigens zelfs Soranus niet. 

harige vis






Het lezen van dit verhaal kan u op het verkeerde been zetten, al kan dat van de vis in kwestie niet gezegd worden.
De bont dragende forel is een soort van vis die een dikke laag van bont bezit om zichzelf in de koude wateren waar het leeft warm te houden. Deze bontvissen worden hoofdzakelijk gevonden in de noordelijke gebieden van Noord-Amerika, maar in het bijzonder in Canada, Colorado, Wyoming, en Montana. De soort wordt ook Beverforel genoemd.

Volgens legende, werd de bont-dragende forel voor het eerst gesignaleerd door toen Schotse kolonisten tijdens de zeventiende eeuw emigreerden naar Canada. Één van hen schreef naar huis over de overvloed aan harige dieren en vissen in het wilde land. Hij stuurde zelfs een exemplaar mee, al is dat later verloren gegaan. Bont-dragende forellen, opgezet als muurtrofeeën, kunnen nog steeds worden gevonden in het merengebied van Noord-Amerika en Canada.
Er zijn een aantal theorieën die de vachtgroei bij beverforellen verklaren, al vindt ik de haargroei-middeltheorie zelfs voor een hoax-verhaal te extravagant. De meest aannemelijke theorie richt zich op het zeer koude water waar de forel zich in ophoud. Door jaren van evolutie zou het dier zich aangepast hebben door een vacht te ontwikkelen tegen de extreme koude van de noordelijke wateren. Er zijn onderzoekers die stellen dat in de lente de bont dragende forel zich ontdoet van zijn dikke bontlaag en door het leven gaat als een normale beekforel. Dat gedrag kan verklaren waarom een met bont bedekte forel niet algemeen gevangen wordt tijdens het visseizoen.
Als dit sterke visverhaal werkelijk waar is eet ik de eerste beverforel die ik te pakken krijg met liefde en plezier met huid en haar op.

Napoleons haarlok



Je zal het maar hebben. Een tijdje terug schreef ik al iets over de ontvreemde vingers van Galileo, maar hij was niet de enige. Nadat Napoleon in 1821 op het eiland Sint-Helena overleed, werden zijn haarlokken afgeknipt. Die haarlokken werden verdeeld onder de belangstellende gevangenbewaarders als bizar aandenken aan de tijd dat ze op Napoleon "gepast" hadden. Een van de bewaarders was de Britse officier Denzil Ibbetson. Hij bracht Napoleon zes jaar voor zijn dood naar Sint-Helena, nadat hij bij Waterloo werd verslagen door een leger dat bestond uit Britten, Nederlanders en nog een heleboel huurlingen uit Hannover en Pruissen. Bij het heroverren van zijn eens uitgestrekte keizerrijk had Napoleon jammerlijk gefaald. Hij had zich de harenook wel zelf uit het hoofd kunnen trekken. De haarlok van de familie Ibbetson werd trouwens na vele jaren weer verkocht. De onbekende koper moet zich daadwerkelijk de keizer te rijk hebben gevoeld.




Archetypa studiaque patris





In 1592 publiceert Jacob Hoefnagel, dan nog slechts negentien jaar oud, in Frankfurt een boek van tweeënvijftig gravures gebaseerd op schilderijen van zijn vader. De volledige titel van het werk is: 'Archetypa studiaque patris Georgii Hoefnagelii Jacobus F. Genio duce ab ipso scalpta omnibus philomusis amict D. ac perbenigne communicat' wat vrij vertaald betekent: Originele schilderingen/tekeningen door Joris Hoefnagel, gegraveerd in koper onder leiding van zijn genie, in vriendschap voor alle liefhebbers van de Muzen door zijn zoon Jacob. Heel hoogdravend dus.

Het boek bestaat uit vier delen, elk met een eigen titel-pagina en een dozijn gravures van verschillende soorten flora en fauna. De opbouw van de prenten maakt het boek zo speciaal. Er wordt niet gewerkt met een geclassificeerde opbouw, maar een opbouw naar een schijnbare* willekeur, waarbij de rangschikking van de planten en dieren (waaronder een opmerkelijke hoeveelheid insecten, slakken en ander "gespuis") belangrijker is dan een nauwkeurige weergave van de natuurlijke setting waarin ze voorkomen. Toch werden de dieren en planten in dit boek niet mooier voorgedaan dan ze waren. Dit was een belangrijke stap in de richting van de opname van flora en fauna in het juiste perspectief en zo een eerlijke weergave van de werkelijkheid. Het boek werd dan ook op grote schaal door kunstenaars in de 17e eeuw, waaronder Maria Sybilla Merian, als bron voor eigen werk gebruikt.

Het werk is als geheel te raadplegen op de website van de universiteit van Straatsburg

*Elk van de Archetypa 's gravures bevat een paar Latijns-motto's of aantekeningen. Deze combinatie van tekst en beeld verleent het werk een symbolische kwaliteit. De wijze waarop de afzonderlijke elementen op de prenten zijn georganiseerd is verbonden aan religieuze symboliek. De teksten zijn vaak vroom, godsdienstig, of waarschuwend van aard: velen zijn bijbelse of klassieke citaten, anderen zijn bedacht door (Joris) Hoefnagel zelf.

Related Posts with Thumbnails