Coelacanthus






Coelacanthus. Roofvis. Levendbarend. Merkwaardige staart uit drie delen. Kwastvormige vinnen. Afmeting: enkele centimeters tot twee meter. Favoriete bezigheden: kopstand en rondhangen. Leefde 400 tot 70 miljoen jaar geleden. Oudste beschrijving fossiel: 1833 door de Zwitserse zoöloog Louis Rudolph Agassiz. Stiekem toch niet uitgestorven.
Marjorie Courtenay-Latimer, had het eigenlijk te druk om de visvangsten van de Zuid-Afrikaanse kapitein Hendrik Goosen te gaan bekijken. Er zat dan ook niet iets bij wat ze niet al in haar verzameling had. Op die ene na. Een stukje blauwe vin bleek te horen bij een bleek blauwe vis van anderhalve meter lang met oplichtende zilveren stippen. Maar wat was het? De driedelige staart en het kwastje leidde haar al spoedig tot de conclusie dat het een prehistorische vis was. Maar ja, je weet het nooit zeker en daarom stuurde ze professor James Leonard Brierley Smith van de Rhodes Universiteit in Grahamstown een schets van het dier. Ook hij kon maar tot een conclusie komen; het was daadwerkelijk een coelacanth.

Smith gaf zijn baan op en ging op zoek naar deze prehistorische vis. Dat ging niet al te makkelijk. Behalve dat de tweede wereldoorlog was uitgebroken had hij eigenlijk niet echt een idee waar te zoeken. Teneinde raad loofde hij een prijs uit voor diegene die hem een coelacanth kon bezorgen. Met duizenden opsporingsaffiches in ieder zeedorpje van oostelijk Afrika lukte het uiteindelijk. Kapitein Eric Hunt (heel toepasselijke naam) was degene, die na 14 jaar speuren, op de Comoren een nieuw exemplaar vond.

Hoe blij hij ook was, de vangst van het tweede dier was het slechtste dat Smith kon overkomen. Smith meende dat het dier van een andere soort was, onder meer omdat de vis zijn tweede rugvin miste. Andere zoölogen ontdekten echter dat de vin ontbrak door een verwonding. Nog erger voor Smith was dat de Franse overheid zich realiseerde een waardevolle wetenschappelijke ontdekking zo maar aan Zuid-Afrika te hebben gegeven. Parijs besloot dat er voortaan geen coelacanth mocht worden uitgevoerd. Smith kon daardoor geen onderzoek verrichten aan de tientallen exemplaren die later nog werden gevangen. De conclusies die Smith trok over de missing link van de vis coelacanth en de eerste landdieren werden ook ontkracht door later onderzoek. Het toch al wat neerslachtige gemoed van James Leonard Brierley Smith heeft die tik nooit goed verwerkt. Op 8 januari 1968, zeventig jaar oud, pleegde hij zelfmoord. ‘Voorzichtig. Cyanide,’ waarschuwde het afscheidsbriefje aan zijn vrouw.


Related Posts with Thumbnails