Jachtig
mechanische boot
Wat is ie leuk. Een oud mechanisch bootje dat zeker de nodige opwinding zal hebben veroorzaakt in de speelkamers aan een of ander Europees hof. Bijzonder zijn de mooie details in deze drakenboot met een pagode op het achterdek en een soort zonnetent op het middengedeelte. Een deel is verzilverd, een ander gedeelte met bladgoud bedekt. De poppetjes en de boeg zijn van ivoor.
Deze boot stamt nog uit de tijd dat een voorwerp uit China van grote exclusieve waarde was. Ondanks dat in het sprookje van de Chinese nachtegaal de mechanische vogel van de Chinese keizer stuk gaat, was veel van wat uit China kwam lange tijd ongeëvenaard in Europa Ik denk dan aan porselein, vuurwerk en heel wat oosterse wijs- en slimmigheid. Wat van ver kwam was in de regel anders, bijzonder en uniek. Het is in dat licht raar dat we tegenwoordig 'Made in China' gelijkstellen met de goedkope massaproducten van onze wegwerpmaatschappij. Het is een opwindende gedachte om je af te vragen of China ook met kwaliteit in de 'vaart der volkeren' beland was in plaats van met de kwantiteit die nu de motor van het schip China draaiende houdt.
Vulpotlood
LUCY GLENDINNING
Bolbliksem
Bolbliksem spreekt tot de verbeelding en
figureert in spannende en zo nu en dan sterke verhalen. Het is een mysterieus atmosferisch verschijnsel waarvoor de harde wetenschap wel
spannende theorieën maar nog geen harde bewijzen heeft. Als men het heeft over het onverklaarbare elektrische
fenomeen bolbliksem gaat het vaak over meldingen van lichtgevende , meestal
bolvormige objecten vaak tijdens een fiks onweer. Een mooi verhaal komt van de
laatste keizer van Rusland, tsaar Nicolaas II. Hij was als kleine jongen op een
nachtwake samen met z’n opa in een kerkje in Alexandrië en liet het volgende
optekenen:
Design lampen
Wat kan ik er van genieten als mensen de dingen niet enkel functioneel maken maar ook mooi. Hierbij twee voorbeelden van heel andere lampen van Nederlandse designers waar ik trots op ben (en een heel klein beetje jaloers omdat ik hun geniale design niet zelf heb bedacht, maar dat is dan ook niet mijn vak)
Pieke Bergmans: design in weke Dalí vormen. Het gaat niet over het bureau maar om de lamp. Of nog beter gezegd; de lamp in de lamp.Het licht vleit zich letterlijk op het werkvlak. Geniaal.
Floris Wubbe: design in pure vorm. Hij gebruikt alles wat er in een dikke wilgentak zit en gooit niets weg. Het hout wordt de voet en standaard, de bast in elkaar gedraaid de lampenkap. Dat levert zo'n voor de hand liggende lamp op dat het wel een klassieker moet worden. Wederom verdraaid geniaal.
lukrake ontdekkingen
Hoor... een Book
Een goed verhaal tovert beelden in je hoofd en neemt bezit van de lezer. Het is prachtig als je je daar aan over kunt geven. Een boeiend verhaal op papier heeft (voor mij in ieder geval) een eigen verteller en voelt als een warm bad waarin je je even helemaal kunt afsluiten voor de hectiek van alledag.
Tuinieren op stand
Eindelijk zijn we eens niet in het bedompte rariteitenkabinet, maar in de tuin. Het is 1578 en een heerlijke zomerse dag in Frankrijk. Een gezette welgestelde Franse heer van adellijke afkomst "werkt" in de tuin. Nou ja, hij is zo rijk dat hij uit pure verveling tuinieren als opzichtige hobby heeft. Ik zeg met opzet opzichtig omdat de beste man tuingereedschap heeft dat bestaat uit zeer verfijnd gesmeed materiaal, deels verguld en overdadig gedecoreerd. Een groot deel van het tuingereedschap is gegraveerd met natuurlijke motieven zoals fruit en vis zodat de eigenaar zich helemaal in de tuin voelt. Als kers op de taart zijn de handvatten ingelegd met paarlemoer. Het is duidelijk dat de tuinman van deze adellijke heer als vanzelfsprekend niet in de buurt komt van dergelijk gereedschap. En wat doet de heer des huizes zelf met het gereedschap? Nou niet erg veel. Met een snoeimes in de hand zal hij waarschijnlijk nagedacht hebben over het mens zijn, het leven op aarde, de rol van God en uiteraard die van de natuur. Dat was namelijk een gebruikelijk tijdverdrijf in de Renaissance. Na gedane hersenarbeid en een pronkerig wandelingetje met z'n dure tuinspeelgoed was er natuurlijk nog wel tijd om zelfbewust een roos te knippen voor in zijn comfortabele werkkamer (of voor z'n maîtresse).
Hoogtepunten van het huwelijk
Logisch of niet; tot aan je 15 jarig huwelijk is er ieder jaar minimaal een feestje te vieren met degene waaraan je je hart hebt verpand. Daarna zul je het met om de 5 jaar moeten doen (tja, alles wordt minder met de jaren). Ieder "huwelijkshoogtepunt" heeft een grondstof, mineraal of metaal als benaming. Hoe deze namen of hun volgorde tot stand zijn gekomen is geheel in nevelen gehuld. Het is zo onduidelijk zelfs dat er meerdere varianten bestaan waaronder zelfs een waarbij het uiterst radioactieve radium voor de 70e huwelijksviering wordt opgevoerd. Deze speciale versie is zeker voor een zeer stralend echtpaar dat niet uitgaat van een eiken uiteinde.
Neptepels bij Rhinolophus
De wijfjes van Hoefijzerneuzen (dat zijn vleermuizen) hebben twee echte en twee "valse" tepels (met een smerig woord ook wel aarstepels genoemd). De valse tepels ontwikkelen zich bij de eerste zwangerschap en bevinden zich vlakbij de genitale opening (vandaar de bijnaam). De neptepels worden door de jongen gebruikt om zich aan vast te houden als de moeder op de kop hangt. De jonge dieren hangen zo met de kop naar boven en met hun neus.. tja; soms hangt het mee en soms hangt het tegen.
Amy Ross
Bijzonder mooie schilderingen van iets dat niet is wat het lijkt. Amy Ross bedoelt het ook zo. Ze onderzoekt met haar qua detail realistische werken een surrealistisch idee waarbij bomen, andere flora en paddestoelen samensmelten met dieren zoals vogels, slangen, herten en wolven. Je wordt daardoor gemanipuleerd en op het verkeerde been gezet terwijl je toch echt enkel vogelpootjes ziet.
De sleutel
Een sleutel is net als het bijbehorende slot een prachtig ding. Sleutels zijn vernuftig en oude sleutels zijn vaak ook nog mooi van vorm. Ze vertellen verhalen over eigenaars of je kunt er juist een verhaal bij bedenken. Hieronder een verhaal dat ik tegenkwam op de website van het Oorlogsverzetsmuseum Rotterdam. Het gaat om de sleutel met nummer 1184.
uilen ogen
Een uil ziet van dichtbij niet erg scherp. Dat is niet zo erg omdat hij des temeer ziet op een afstandje. Anders dan bij zijn medevogels staan de ogen van de uil aan de voorkant van zijn kop. Daardoor kan de uil goed diepte zien en inschatten wat de afstand naar de prooi is. Met ogen werkt het zo dat er pas diepte te zien is als er met twee ogen tegelijk naar iets gekeken wordt. Omdat de ogen van een uil erg groot zijn heeft de uil geen ruimte over in zijn schedel voor oogspieren. Daarom kunnen de ogen van de uil niet bewegen. Hij kijkt altijd star recht vooruit. Om toch de wereld kunnen bekijken heeft de uil een super soepele nek. De wervels in de nek laten de kop ronddraaien, ondersteboven en achterstevoren keren. De uil kan zijn kop ongeveer 180° draaien.
Albino
Albino's kunnen in een rariteitencabinet natuurlijk niet ontbreken. Vandaar dit verhaal. Nu wilde ik meer over albinisme weten, maar nadat ik de wikipedia-pagina had gelezen was ik daarvan al snel genezen. Ik hou me dus maar op de vlakte omdat niemand wil lezen over oculocutaan albinisme, actinische keratosen of plaveiselcelcarcinomen. Wel mooie woorden voor het spelletje galgje overigens. Albinisme staat gelijk aan het verminderd aanwezig zijn of zelfs afwezig zijn van het pigment melanine. Dit is het meest duidelijk in huid, ogen en haar (of als het over vogels gaat veren). Die zijn namelijk wit. De celwanden zijn ongekleurd en ogen als matglas. Die vergelijking gaat bij de ogen nog wat verder. Hierbij is door de ongekleurde cellen het netvlies met bloedvaten te zien, waardoor het oog rood oogt.
Appelrassen
Zin gekregen in een appeltje? Koop dan een eigen fruitboom en kies daarbij voor een soort die vroeger ook bij jou in de buurt geteeld werd. Dan heb je straks een heleboel eigen appeltjes te schillen.
http://www.heyheyhey.nl/
Soms kom je dingen tegen... Tja, gewoonweg geniaal! Zo ook het filmpje van 'Mevin and the machine' van Hey hey hey. Geniet met volle teugen.
In de nesten
Zonder de arts en botanicus Christopher Schmidel Casimir was het grote vogelnestenboek Sammlung von Nestern und Eyern” met maar liefst 100 gravures met vogelnesten er waarschijnlijk nooit geweest. Adam Ludwig Wirsing de samensteller, uitgever en graveur van het boek mocht namelijk uit zijn verzameling putten voor het maken van de gravures. Blijkbaar had Casimir een vogelnestenverzameling. Hij was wat je zou kunnen noemen “in de nesten”. Heel uniek en dat geldt ook voor het werk “Sammlung von Nestern und Eyern”. Dit Duitse boek uit 1777 is een echte rariteit onder de boeken. Gelukkig dat het werk door de digitalisatie van een van de laatste exemplaren nu voor heel de wereld te vinden is op internet. De verfijning in de platen is buitengewoon. Het lijkt soms wel alsof je de eitjes zo uit het nest zou kunnen pakken of dat je niet vreemd op zou moeten kijken als de vogel des nest zo weer neerstrijkt. Daarnaast is aan het materiaal van het nest veel aandacht besteed, eigenlijk net zoals de vogels dat zelf doen. De ets van het houtduifnest is een beetje grof met grote eieren en een slordig nest. Precies zoals de houtduif dat doet. Het nestje van het winterkoninkje daarentegen is heel priegelig met ieder veertje, mosje en takje op de juiste plek voor een prachtig zachte omgeving voor de frêle eitjes. En dat dan honderd maal. Adam Ludwig Wirsing genoot nog twintig jaar van zijn meesterwerk. De man die de beschrijvingen van de nesten verzorgde in het boek ging het minder goed af. Hij overleed in 1774 en maakte de vervolmaking van het standaardwerk voor Ornithologen niet meer mee.
kiwi
De Snipstruis of zoals we deze loopvogel beter kennen de kiwi komt enkel voor in Nieuw-Zeeland. Net zoals de ortolaan schijnt de kiwi ook erg goed te smaken, maar aangezien ze sinds de 19e eeuw met uitsterven bedreigd zijn (er zijn er nog maar minder dan 60.000) worden ze niet meer gegeten.
Kiwi’s zijn volgens de Maori’s gecreëerd uit kalebassen door de god Tane en zijn ongeveer even groot als een kip. Daarmee zijn ze de kleinste loopvogels ter wereld. Kiwi, dat is niet enkel de naam van deze bijzondere vogel, maar ook z’n paarkreet. Daarmee hoort deze vogel in het rijtje van de koekoek, tjiftjaf, wielewaal en de oehoe.De kiwi is een schuwe nachtvogel met stevige, drie-tenige poten, scherpe nagels en een zeer goed reukvermogen en dat laatste is hoogst ongebruikelijk voor een vogel. De neusgaten van de kiwi zitten aan het uiteinde van zijn lange, scherpe snavel. Het verenpak van de kiwi lijkt op haar, maar het zijn toch echt veren. De kiwi is daarnaast vrijwel blind. Hij voedt zich door zijn snavel in de grond te steken om wormen, insecten en andere beestjes te vinden. Toch is de kiwi niet vies van andere dingen zoals fruit, kreeft of kikkers.
werveling
Een mens heeft in zijn wervelkolom maar liefst 24 wervels om een beetje soepel te kunnen voort te kunnen. Er zijn drie soorten wervels. We hebben zeven halswervels, twaalf borstwervels (waar ook de ribben en het borstbeen aan vast zitten) en vijf lendenwervels. Daarnaast is er aan het uiteinde van de wervelkolom ook samengeklonterd door-geëvolueerd wervelmateriaal; een heilig been en een staartbeen. Het uiterste puntje daarvan wordt ook wel je stuitje genoemd en kan een erg pijnlijke plek zijn.
Maar even terug naar de functionele wervels. De wervels zijn stuk voor stuk uniek van vorm. Zonder zenuwen, tussenwervelschijven als schokdempers, banden en spieren die alles op z’n plek houden lijken ze bizar gevormd met die uitsteeksels aan de zijkant en een gat in het midden. Als verbonden geheel klopt het. Korte banden verbinden de wervels onderling, lange lopen langs de hele kolom. De spieren maken alle krommingen van je rug mogelijk of dat nu een verticale, horizontale of diagonale bewegingen zijn. O ja, de wervelkolom beschermt ook nog de hoofdbaan van je zenuwen naar je brein. Kortom het is een ongelofelijk samenspel waar je zuinig op mag zijn.
Crêpepapieren vogels
Heeft u een verfijnd gevoel voor decoratie, een vaste hand, veel geduld en ook veel vrije tijd? Maak dan nu uw eigen vogel van Crêpepapier! Aimee Baldwin ging u voor.
Het lijf
Maak van piepschuim een vorm die overeenkomt met de groote en het postuur van de vogel die je wil gaan maken (inclusief nek en kop). Dit kun je met een scherp mesje doen, maar een gloeidraadje werkt ook. Een heel precieze gladde vorm is natuurlijk beter dan een ruwe, maar veel is nog te maskeren door de dubbelzijdige tape die strak om het lijfje wordt geplakt.
Pootjes
Voor de pootjes (of klauwen als je een roofvogel maakt) gebruik je verschillende diktes draad om de basis vorm van de poot te maken. Maak ze net iets langer zodat je de poten straks met een stukje in het lijf kan steken. De poten kun je daarna bekleden met crêpepapier. Als het dikke poten zijn kun je meer lagen aanbrengen of een soort van Fimo-klei gebruiken als opvulling. De nageltjes kun je hier ook van maken. Schilderen, buigen, klaar.
Verenpak
Knip, knip, Knip. Plak plak Plak. Van kop naar kont en van het midden steeds iets versprongen naar buiten. Een vogel heeft vele veren, maar voor een mooi resultaat hoef je ze gelukkig niet allemaal te knippen. Wederom gebruiken we crêpepapier. Het is erg lastig om crêpepapier in de goede kleurscharkeringen te krijgen, dus schilderen is het advies. Daar zit ’m meteen de botteleneck; crêpepapier is bijna niet fatsoenlijk te schilderen zonder een slappe, natte brij over te houden. Een delicaat proces dus. Advies is te zoeken naar verschillende kleuren crêpepapier of anders met airbrush of een streek acrylverf de zaak op kleur brengen.
Kop en snavel
Meerdere delen van een vogel, zoals de snavel zijn onbevederd en moet je dus nog los op het lijf aanbrengen. Hiervoor kun je fimo-klei gebruiken. Maak van de kop een goede studie, want als de kop niet klopt zingt het vogeltje niet zoals het gebekt is. de ogen kun je verwerken of later er in plaatsen. Glas geeft het mooiste resultaat en omdat je er toch al zoveel tijd aan kwijt bent om te maken lijkt het me dus een goede keus voor een glazen oogje te kiezen, tenzij de vogel slapend op een tak moet komen te zitten.
Biotoop
Een vogel in volle vlucht kan mooi zijn, maar de meeste tijd zit een vogel op een tak of paal. Kies maar wat je zelf mooi vindt. Een stolp kan je werkstuk behoeden voor vroegtijdige verstoffing of een aanval van hongerige insecten.
Geen tijd? Geen nood Aimee Baldwin verkoopt ook vogels voor prijzen waar zelfs de mussen van hun stokje van gaan.
drijvende mieren
Dat mieren samenwerken is niet nieuw, maar wat als een overstroming het nest overvalt? Een beetje hypothetisch, maar dat is wel wat enkele wetenschappers van de universiteit van het Georgia Institute of Technology een tijdlang heeft bezig gehouden. Het leverde ook iets op, namelijk het bewijs dat de mier zelfs in de meest benarde situatie nog samenwerkt om tot een oplossing te komen.
De wetenschappers knikkerde groepjes levende mieren in het water en observeerden vervolgens wat er gebeurde. In enkele minuten vormde de mieren een soort van vlotachtige constructie door zich aan elkaar vast te klemmen en gebruik te maken van hun waterafstotende huid. Op deze manier bleken ze in staat om te blijven drijven! Nu zal je denken dat in een vlot met meerdere laagjes mieren de onderste mieren we zullen verzuipen, maar niets bleek minder waar. De hele constructie van het vlot was zo dat er een luchtbel onder het vlot ontstaat. Met deze luchtbel kunnen ook de mieren die aan de onderkant van het vlot liggen nog ademen. Geniaal!
lichtig beton
de wereld van Plinus de oudere
Twee keer per etmaal komt de oceaan daar met geweldige watermassa's over een onmetelijke vlakte, daarbij de eeuwenoude strijd door de natuur omstreden gebied waarvan het onduidelijk is of het bij het vasteland hoort of deel uitmaakt van de zee. Daar bewoont dit miserabele ras opgehoogde stukken grond of terpen, die ze met de hand hebben opgeworpen tot boven het niveau van het hoogst bekende getij. Levend in hutten gebouwd op de gekozen plekken, lijken zij op zeelieden in schepen als het water het omringende land bedekt, maar op schipbreukelingen als het getij zich heeft teruggetrokken. Rond hun hutten vangen ze vis die probeert te ontsnappen met het aflopende getij. Ze kunnen geen vee houden en zich zoals naburige volkeren met melk voeden en ze kunnen zelfs niet met wilde dieren vechten, omdat al het bosland ver weg ligt. Ze vlechten touwen van zegge en moerasbiezen uit de moerassen om daarmee netten te kunnen uitzetten om vis te vangen. Zij graven slijk op met hun handen en drogen het meer in de wind dan in de zon, en met aarde (turf) als brandstof verwarmen zij hun voedsel en hun eigen lichamen, verkleumd in de noordenwind. Hun enige drank komt van regenwater, dat ze in kuilen in het voorhof van hun huizen bewaren.
En dit zijn de rassen die, als ze nu overwonnen worden door de Romeinse natie, zeggen dat ze vervallen tot slavernij! Het is maar al te waar: Het lot spaart de mens bij wijze van straf.
Druipsteen
Grondwater bevat opgeloste kooldioxide. Het grondwater sijpelt door scheuren in (kalkrijk)gesteente . Het kooldioxide zorgt er daarbij voor dat een deel van de kalkverbindingen in het gesteente, bijvoorbeeld calciet of gips, oplost. De hoeveelheid die oplost is afhankelijk van de hoeveelheid kooldioxide (in Spa rood lost bijvoorbeeld meer kalk op dan in spa blauw), de bodemtemperatuur en nog enkele andere factoren. Maar dit verhaal gaat niet over de hardheid van het water uit de kraan of in een fles mineraalwater. In dit verhaal draait alles om druipsteen.
Druipsteen begint op het moment dat het kalkrijke water in aanraking komt met lucht, bijvoorbeeld in een onderaardse grot. De kalk kan op dat moment weer een vaste vorm aannemen. Eerst ontstaat er een randje met kristallen, daarna een hol buisje en nog later een echte druipsteen die aangroeit door het grondwater wat er langs stroomt. Het ontstaan van een flinke druisteenkegel kan erg lang duren, maar met veel kalk en water kan het proces wel sneller verlopen dan de tientallen duizenden jaren die vaak genoemd worden. Zo zijn in bunkers uit de tweede wereld oorlog en op sommige stations ook( kleine) druipstenen aanwezig.
Als er gesproken wordt over druipstenen, dan worden meestal Stalactieten (hangend) en stalagmieten (staand) genoemd, maar er zijn nog vele andere vormen
die ontstaan. De manier waarop het grondwater in contact komt het de lucht en het afzettingsgesteente levert bijzondere vormen op. Druipstenen kunnen verschillende vormen aannemen, afhankelijk van of het water druppelt, sijpelt, condenseert, stroomt, of in vijvers drupt. Veel druipstenen zijn genoemd naar hun gelijkenis met door de mens gemaakte en natuurlijke objecten. Zo ontstaan er druipsteenvormen die (met een gezonde dosis fantasie) lijken op gordijnen, kroonluchters, krulfrieten, gebakken eieren, pilaren, popcorn, koraal en bezems. Tezamen vormen deze druipstenen een wonderlijke wereld waarin je je enkel nietig kan voelen.