De wijfjes van Hoefijzerneuzen (dat zijn vleermuizen) hebben twee echte en twee "valse" tepels (met een smerig woord ook wel aarstepels genoemd). De valse tepels ontwikkelen zich bij de eerste zwangerschap en bevinden zich vlakbij de genitale opening (vandaar de bijnaam). De neptepels worden door de jongen gebruikt om zich aan vast te houden als de moeder op de kop hangt. De jonge dieren hangen zo met de kop naar boven en met hun neus.. tja; soms hangt het mee en soms hangt het tegen.