Max Ernst (1891-1976) maakte deel uit van de Zwitserse Dadabeweging die zich afzette tegen oude methodes zoals het schilderij, artistieke orginaliteit, en de uniekheid van een kunstwerk. Waarom zou je je beperken tot grofweg kwast en beitel als er nog zoveel te ontdekken viel buiten deze gebaande paden? Nou, beperken gebeurde bij de Dadabeweging in ieder geval niet. Kunst bestaande uit gebruiksvoorwerpen, poëzie-kunst, experimenteel toneel. Alles mocht als het maar vernieuwend en totaal “anders” was dan wat al eerder gemaakt was.
Ernst was een kunstenaar die graag collages maakte. De inhoud was daarbij belangrijker dan de vorm. Max Ernst gebruikte een bijzondere techniek die ook wel ‘Frottage” (afgeleid van het Franse werkwoord voor wrijven) wordt genoemd. Hierbij wordt een vel papier (of doek) op een ondergrond met een bepaalde structuur gelegd. Door met potlood of krijt over het vel te wrijven ontstaat een soort schaduwafdruk van de structuur. Max gebruikte de techniek door onder andere drukkersmateriaal en radertjes als basis voor zijn Frottages te gebruiken. De vormen werden later door hem ingevuld met waterverf. Ook beschilderde hij doeken en krabde daarna met een soort omgekeerde frotagetechniek de onderliggende structuur weer van het doek. Het resultaat was bijzonder surealistisch te noemen. Daarmee was hij dan ook meteen een van de eerste kunstenaars van het surealisme. Het kunstwerk hiernaast, Het grote Orthochromatische wiel uit 1919, lijkt nog het meest op letters, maar eigenlijk wordt je gewoon door je hersenen op het verkeerde been gezet. Er staan namelijk geen letters, of toch wel?