Maïssa Toulet cabinetten
Iedereen heeft wel een eigen bijgeloof of tics die geluk moeten afdwingen bij het al dan niet aanwezige hogere. Een bosje bloemen aan de voordeur gespijkerd, een kruisje onder de dorpel, niet onder de ladder doorlopen, afkloppen op het hout, geknoeid zout over de linkerschouder gooien en krakende schoenen die niet betaald zouden zijn. Het heeft allemaal te maken met bijgeloof. De dingen die zouden kunnen gebeuren lijken wel bezworen te moeten worden met een soort van volkse tovenarij. Die ongrijpbare krachten zijn wellicht niet helemaal aards genoeg voor in het rariteitenkabinet wat deze blog is, maar hetgeen Maïssa Toulet er mee gedaan heeft maakt het weer zeer de moeite waard.
Deze Franse kunstenares maakte namelijk wat zij noemde een "Cabinet de Sorcellery". In dit zeer sfeervol vormgegeven kabinet vinden de meest uiteenlopende en ondoorgrondelijke vormen van bijgeloof, volksgeneeskunde, hekserij, voodoo en waarzeggerij een plaats. Het is echt heel bijzonder om zonder verdere uitleg toch een proeverij van deze vage wereld te krijgen. Omdat er verder bijna niets aan te omschrijven valt stel ik voor dat je gewoon gaat kijken in het Cabinet de Sorcellery. Zoals de Fransen zouden zeggen: Très Magnifique!
kin-dza-dza
gebedsnoot
Een gebedsnoot was een stukje devotionalia dat in de 15e eeuw zijn hoogtepunt beleefde. De noot werd gebruikt om in afzondering te kunnen mediteren en bidden. Gelovigen wilden zich zoveel mogelijk met Jezus vereenzelvigen. Het mediteren over zijn lijden werd gezien als een goede manier om dat te bereiken. Daarom is er op voorwerpen die voor privé-devotie bestemd zijn vaak een afbeelding van de lijdende Christus te zien. Het was werkelijk mede-lijden. Ook in de 15e eeuw was een dergelijk kunstwerk enkel weggelegd voor de meest welgestelden. Het kostbare kleinood werd doorgaans bevestigd aan een bidsnoer, de voorloper van de rozenkrans. Wanneer de gebedsnoot mee op reis werd genomen, werd hij zorgvuldig opgeborgen in een beschermend omhulsel.
Het is dan ook zeker het beschermen waard. Het schitterende stukje houtsnijwerk is niet enkel bijzonder gedetailleerd het is ok nog eens erg klein van stuk. Het is maar een luttele 5cm in doorsnede. De miniatuur tafereeltjes zijn gesneden uit bukshout, ook wel palmhout genoemd. Dit harde hout dat fijn van structuur en nerf is, is afkomstig van de Buxus.
Wat zo bijzonder en tevens ook heel vreemd is, is dat deze objecten niet algemeen bekender zijn. Ze kunnen zich qua kunstigheid zeker meten met de bekendere middeleeuwse kunstwerken. Het lijkt bijna alsof ze door hun meditatieve functie verzonken zijn geraakt in het collectieve geheugen van de Nederlanders en Vlamingen.
koper erts
Wat hebben chalcopyriet, chalcoliet, chalkosien, antleriet, covelliet, azuriet, malachiet en borniet met elkaar gemeen? Nou, het is allemaal belangrijke kopererts die nodig is voor de productie van zuiver koper (Cu). Koper wordt maar heel weinig in pure vorm gevonden. Er wordt verondersteld dat onze voorouders ons daarbij voor geweest zijn. Koper wordt tegenwoordig over de gehele wereld verspreid gewonnen. Van Chili tot Zambia en van Kazachstan tot Indonesië en Polen. In gewichtsverhouding bevatten de stukken erts meestal niet meer dan één procent koper.
Het eerste dat met het erts gedaan wordt is breken en pletten. Daarna wordt het tot poeder gemalen. Aan dat poeder wordt lucht, water en minerale olie gevoegd. Op wonderlijke wijze wordt op deze manier bijna 50% van het “nutteloze” materiaal gescheiden van het koper. Hierna gaat het overgebleven goedje naar een oven waar het aanwezige zwavel bovenop het vloeibare koper komt te liggen waarna het afgevoerd kan worden. Het gesmolten koper wordt vervolgens in een door de Britse ingenieur en uitvinder Henry Bessemer ontwikkelde bessemerpeer gegoten. De bessemerpeer is een soort ronddraaiende tank waar een luchtstroom door het koper gejaagd wordt. De meeste onzuiverheden worden verwijderd en niet geheel onbelangrijk; het productieproces wordt verkort van ongeveer een dag tot een klein half uur. Na dat halve uur bestaat het mengsel voor 98 % uit puur koper. Om het 100% zuiver te maken is er elektrolyse nodig. In een bad met een oplossing van verdunde zwavelzuur en kopersulfaat word het ruwe koper onder stroom gezet met behulp van electroden. Het wonderlijke is dus dat er koper nodig is om koper te maken.
pollenbestuiving
Omdat ik niet het zoveelste stukje wilde schrijven over stuifmeelallergie beperk ik me maar eens tot het stuifmeel zelf en dan in het bijzonder de vorm en structuur van de stuifmeelkorrel, ook wel pollen genoemd als ze met meerdere zijn. Het is een bijzondere wereld. Pollenkorrel zijn niets anders dan het plantaardige eenmansvehikel van een mannelijk zaadcelletje dat door de lucht reist om in het beste geval uiteindelijk bij het juiste vrouwelijke vruchtbeginsel terecht te komen. E en mannelijke pollenkorrel van een appel kan nooit een peer bevruchten. Daar heeft de natuur wel voor gezorgd. Hier komen grootte, vorm, structuur, maar ook het aantal kiemspleten en kiemporen om de hoek kijken.
De grootste pollenkorrels zijn bijna 0,1mm groot, de kleinste zijn ongeveer 0,01mm. De vorm van de pollenkorrels is meestal rond tot ovaal of eivormig, maar er komen ook platte pollenkorrels voor en stuifmeelkorrels met luchtzakken (voor een betere verspreiding). Je hebt pollenkorrels die zich in droge staat inklappen om zo beter beschermd te zijn. Het maakt voor de vorm dus uit of je ze droog of vochtig bekijkt onder de microscoop.
Het oppervlak van een stuifmeelkorrel van een wind bestuivende plant is veelal glad of korrelachtig. Toch zijn er ook onder de windbestuivers meer exotische vormen met puntvormige tot streep- of ribbelachtige structuurtjes of netvormige verdikkingen. De structuur van de pollenwand van een plant die gebruik maakt van insecten bij de bestuiving zijn vele malen complexer van opbouw. Het zijn ware kunststukjes met ribbels, wallen, grote en kleine uitsteeksels en holtes die als een net uitgestrooid zijn over het oppervlak.
Dan de twee meest bizarre en niet uit te leggen onderdelen die van belang zijn bij de koppeling van het juiste mannelijke zaadbeginsel met het juiste vrouwelijke zaadbeginsel: De kiemspleten en de kiemporen. Beide hebben ook iets te maken met de structuur van de stuifmeelkorrels. Ik ga er voor het gemak maar van uit dat ze essentieel zijn voor een juiste koppeling om een vruchtbare versmelting mogelijk te maken. Ze kunnen verdiept liggen of juist net iets uitsteken. Ook is er de mogelijkheid dat ze afgedekt zijn met een dekseltje. Ook is belangrijk of ze een uitstekende rand, de zogenaamde annulus, hebben. Heel cryptisch dus wat het precies is… Maar wat maakt dat eigenlijk uit? Wat blijft is de verwondering over de veelvormige mysterieuze inventiviteit die planten zich getroosten om zich voort te kunnen planten.
De kennis die in dit stukje is samengevat was niet op papier gekomen zonder de bijdrage van de zeer goede beschrijving op de website van de Radboud Universiteit van Nijmegen. Bedankt daarvoor!
vissenhelm
Er was eens een krijgslustig vissersvolk......
Zo zou het sprookje kunnen beginnen dat hoort bij het verhaal van het onstaan van de vishelm. De vishelm heeft namelijk niets te maken met het belang van de helm bij het vissen (zie hiervoor de uitleg door Bert Visscher) maar alles met krijgskunst op Christmas Island, de thuisbasis van de Kiribati (uitspraak: 'kiri-bass'). Even voor de goede orde; Christmas Island ligt ten zuiden van Hawaii in het deel van de wereld dat Micronesia heet en heeft drie grotere woonplaatsen: Parijs, London en Poland. Ondanks deze noordelijke plaatsnamen is het een sprookjesachtig bounty-eiland met bijna meer blauwe lagoons dan land. Kiribati is het enige land ter wereld dat zowel op het noordelijke, zuidelijke, oostelijke als westelijke halfrond ligt. Omdat het eiland meer zee dan land heeft was het hoofdvoedsel van de oorspronkelijke bewoners vis. De Engelsen die de eilanden in dit deel van Oceanië veroverden troffen trotse met vis bepanserde krijgers. Want wie wil er nou niet in een sprookjesachtig stukje paradijs wonen?
De helm van de Kiribati-krijger is gemaakt van een grote soort egelvis die vaak ook nog giftige stekels hebben. De vis blaast zich op bij gevaar en heeft een hard uitwendig skelet. Als je dit alles uitholt is het dus een uitstekend stevige helm. Het "zwaard" is gemaakt van koraal, wat het een geducht wapen maakt; koraal is nogal scherp. Het wambuis is gemaakt van kokosnootvezel wat het net zo stevig maakt als een ouderwetse deurmat. De Engelsen waren na hun verovering zo nieuwsgierig dat ze een deel van de mooiste voorwerpen mee namen naar Engeland. In het Pitt Rivers Museum is daarom nog steeds de meest uitgebreidde collectie met originele Kiribati voorwerpen te bewonderen. zo is ver weg toch stiekem heel dichtbij.
Abonneren op:
Posts (Atom)