Philipp Franz Balthasar von Siebold was een Duitse ontdekkingsreiziger en arts in Nederlandse dienst in Japan in een tijd dat het buitenlandse beleid van Japan er een van Sakoku ( “land in ketenen”) was. De 120e keizer van Japan , Ninko, had niet veel in te brengen en het land werd geregeerd door de 11e Shogun, Tokugawa Ienari, die op grond van de Sakoku er voor zorgde dat geen enkele vreemdeling of Japanner het land zonder toestemming kon binnenkomen of verlaten op straffe van de dood. Een uitzondering op deze regel betrof Nederlanders en Chinezen. Omdat Von Siebold in dienst was bij de Nederlanders werd hij gedoogd, maar hij mocht niet zomaar het binnenland in. Dat was juist wat hij wel wilde. Philipp verzamelde namelijk planten en was een kundig arts. Die kennis bleef niet onopgemerkt en al snel bouwde hij een botanische tuin op en gaf aan Japanse studenten les. Deze laatsten zorgden ervoor dat hij toch z’n zin kreeg. Langzaamaan vulde zijn botanische tuin in de Nederlandse handelspost zich met exemplaren van allerlei planten die uit de binnenlanden van Japan kwamen. Hieronder waren de eerste exemplaren van verschillende hosta’s, azalea’s en hortensia’s. exemplaren van verschillende planten stuurde hij naar Leiden, Gent, Brussel en Antwerpen. Van 1822 tot 1830 bouwde Von Siebold met wisselend succes aan zijn plantencollectie. Uiteindelijk werd hij door de Japanse bestuurders het land uitgezet. Hij had namelijk een nogal gedetailleerde kaart van Japan en dat was voor de heren reden om aan te nemen dat hij dan wel een spion moest zijn. Samen met 2.000 soorten planten, de eerste botanische collectie van Japanse planten in Europa, keerde hij terug naar Nederland. Vandaag de dag is deze belangrijke plantenverzamelaar van weleer vergeten, maar zijn naam leeft voort in vele planten waar we dagelijks van kunnen genieten.
Gothic works
Je ziet het goed dit is een betonmolen. Maar dan wel een van gelazerd staal. Nou vind ik gotische gebouwen en voorwerpen vaak net iets teveel van het goede qua pracht en praal, maar dit is zo over de top dat het weer heel erg mooi wordt. Bovendien is de gekozen vorm zo afwijkend en niet-kerkelijk dat je er juist weer heel anders tegenaan kan kijken. In dezelfde iconische serie verschenen ook een shovel, een graafmachine, een cementtruck en een dieplader. Allemaal levensgroot uitgesneden uit dik metaal met een precicie en een snelheid waarvan de beeldhouwers van de gotische kathedralen enkel konden dromen. Ik weet trouwens niet hoelang de gebeeldhouwde truck uit hout kostte om te maken. Dat staat nergens vermeld. Kijk hier verder... in de wereld van Wim Delvoye, de maker van dit verheven schoons.
Engeland is geen eiland
Doggerland. Het heeft echt bestaan, of beter gezegd; het bestaat nog steeds. Het is een van de verdronken delen van Europa. Doggerland ligt tussen Engeland en het Europese vaste land. In iedere periode met een lage zeespiegel , de laatste keer was zo’n 11.000 jaar geleden, stond het land van de zuidelijke Noordzee droog. Dat kon ook, want een groot deel van het water was teruggetrokken op de polen , waar het als een enorme ijsmassa op het land aanwezig was en het continent in de laatste ijstijd tot nu toe gevangen hield.
Doggersland lag dus droog en koud, maar zeker niet leeg tussen het hogere Engeland en Europese continent. Saai was het er niet. Er leefden onder andere wolharige mammoeten, steppewisenten, muskusossen, rendieren, grottenberen en grottenhyena’s. Nog niet zo lang geleden visten vissers de onderkaak van een grottenleeuw op; de grootste kat die ooit in Europa heeft geleefd. Het gebied van de landbrug bestond uit heuvelachtig laagland met hier en daar een rivier stromend door een parkachtig landschap.
Al in 1913 schreef de Britse paleobotanicus Clement Reid (1853-1916) dat de Noordzeebodem archeologische voorwerpen moest bevatten waaronder oude menselijke resten en oerbossen. Ondanks de sceptische reacties kreeg hij gelijk. Alles werd gevonden, de botten van de oerdieren, de boomstammen en zelfs de oude rivierbeddingen van tot dan toe onbekende rivieren. En toen was daar in 2008 de vondst waar je natuurlijk op kon gaan zitten te wachten. Jan Meulmeester, een fervent fossielenzoeker, haalde uit een partij opgezogen grind en modder tientallen vuurstenen vuistbijlen. Menselijke woonsporen, dus. Maar het werd nog mooier. In 2009 kwam het nieuws naar buiten dat een Belgische fossielenverzamelaar al in 2001 een schedelfragment van een Neanderthaler had gevonden. Er kan dus geen vergissing meer over bestaan; ook “wij” waren vroeger bewoners van Doggerland.
op
zondag, mei 15, 2011
Labels:
eiland,
Engeland,
Geografica,
geschiedenis,
landschap,
opgegraven,
uitgestorven,
Zee,
Zoogdieren
mechanische leeuw
Onder automaten verstaat men, in het algemeen, allerhande kunstige figuren, welke door middel van verborgen raderen, gewichten, veren zich kunnen bewegen, vliegen, spreken, zingen, en andere uiteenlopende verrichtingen. De uitvinding schijnt al zeer oud te zijn, al reeds lang vóór het begin van onze jaartelling. Tenminste dat vermeld het stuk uit Vaderlandsche Letteroefeningen van Lucas Oling uit 1802. Uit dat zelfde stuk komt ook het onderstaande fragment dat handelt over de mechanische leeuw die Leonardo da Vinci ooit voor de koning van Frankrijk heeft gebouwd.
"Ook de beroemde Wiskonstenaar, leonard da vinci, stelde lodewyk de XII, by deszelfs Intrede te Milaan, een konstryke Automaat voor; namentlyk een Leeuw, welke eenige treden voor den Koning ging, daarop stil stond, de kaaken opsperde, en in deezen het wapen van Frankryk vertoonde."
Bekijk hier de gehele tekst en verbaas je over de vele bijzonder kunstige automaten die in het verleden gemaakt zijn. Of ze echt allemaal bestonden of zijn ontsproten aan de fantasierijke geest van de bedenkers is aan de lezer.
dendrochronologie
Leuk zo’n opgegraven boot, maar hoe oud is het ding eigenlijk? Die vraag heeft, in meerdere varianten, wetenschappers bezig gehouden, of het nu ging om een boot, een viool of een omstreden schilderij.
Theophrastus, een student van Aristoteles (370 -285 voor Christus) schreef al op dat bomen ieder jaar een groeiring produceren. Per jaar lijken het er twee, maar feitelijk is het één ring met grote cellen in het groeiseizoen (lente-zomer) en kleine cellen tegen het einde van het groeiseizoen (herfst). Leonardo da Vinci (1452 - 1519) voegde daar aan toe dat er een relatie bestaat tussen de breedte van de ring en de hoeveelheid regen die valt in een bepaald jaar. Hij gebruikte het om het weer uit vroegere jaren te reconstrueren. Dat opende de mogelijkheden om iets te zeggen over lang vervlogen tijden. In 1837 voorspelde Charles Babbage (de uitvinder van de eerste echte computer) dat je door de patronen van brede en smalle jaarringen van verschillende oude woudreuzen te vergelijken je een hele kaart zou kunnen maken van het verleden. Die voorspelling resulteerde uiteindelijk in de wetenschappelijke stroming dendrochronologie.
Dendrochronologie houdt zich bezig met het dateren van houten voorwerpen aan de hand van de in de voorwerpen herkenbare jaarringen. Zoals Da Vinci al opmerkte verschillen de jaarringen per jaar. In droge en natte jaren, of in koude en warme, zullen bomen ringen van een verschillende breedte vormen. Er ontstaat een patroon. Deze patronen kunnen worden vastgelegd door een doorsnee van het hout onder het microscoop te leggen en de breedte van iedere jaarring nauwkeurig op te meten. Bomen in dezelfde klimaatzone zijn met elkaar te vergelijken al dient er wel rekening gehouden worden met de standplaats van een boom. Hierdoor kunnen plaatselijk verschillen optreden. Een boom in het open veld groeit nu eenmaal anders dan een boom in het bos of het moeras. De eerste die het goed voor elkaar kreeg om archeologische resten te dateren was de Amerikaan Andrew E. Douglass.
Door de gehele reeks van jaarringpatronen achter elkaar te leggen is het ook in Nederland gelukt om een unieke reeks te maken die bijna tot aan de vorige ijstijd (ongeveer tienduizend jaar geleden) loopt. Doordat Nederland een echt handelsland is kan het zo zijn dat het hout uit bijvoorbeeld Duitsland of Zweden afkomstig is. Daar zijn dan weer andere jaarringkalenders voor. Voor hout uit Nederland bestaan sinds 1995 de eerste standaardkalenders. Door jaarringpatronen uit een boot, een viool of uit een beschilderd paneel te vergelijken met de juiste jaarringreeks (ook wel standaardkalender genoemd) kan men de ouderdom bepalen. Tenminste als het stuk hout van een eik, es, iep beuk of grove den is en je weet waar het vandaan komt. Anders klopt er geen hout van.
Abonneren op:
Posts (Atom)