Laat ik eens beginnen met te zeggen dat er 20 soorten opaal zijn. Van heel saai bruin tot heel exotisch komen ze voor. De meest gewaardeerde stenen zijn de glinsterende varianten met mooie kleurenwisselingen. Die schitterende kleuren ontstaan als het licht erop valt, maar het licht is maar een klein deel van de verklaring.
Opaal is een zogeheten amorfe variëteit van kwarts, een gehydrateerd siliciumdioxide. Dat gehydrateerd mag je heel letterlijk nemen want soms bestaat het wonderlijke mineraal wel voor 20% uit water. Als het licht op het opaal valt dringt een gedeelte door tot minieme, regelmatig gerangschikte openingen binnen de microstructuur van het opaal. Daar wordt het teruggekaatst vanaf een soort fijne laagjes van kiezelzuur. Dit gebeurt op zo’n manier dat de lichtgolven elkaar beïnvloeden. Ze worden afgebogen, versterken elkaar of zorgen juist voor demping van een lichtgolf. Daardoor ontstaan verschillende kleuren en is het formidabele kleurenspel (ook wel opalescentie genoemd) een feit.