Zoutpilaren zijn bizar vreemde geologische verschijningen waarover de wetenschap nog niet helemaal eens is hoe ze nu helemaal zijn ontstaan. De geleerden zijn er in ieder geval over eens dat Zoutpilaren bestaan uit de zouten Natriumchloride (ook wel keukenzout genoemd), calciumcarbonaat (ook wel kalk genoemd) en calciumsulfaat (ook wel gips genoemd). Voeg daar nog een snuifje dolomiet, anhydriet, kaliumchloride, carnalliet en kaliumsulfaat aan toe en je hebt werkelijk een heel bijzonder brouwsel, tenminste als je er ietwat water bij doet. De eerste theorie gaat voor de vorming van een zoutpilaar uit van verdamping. Hoe meer water verdampt hoe meer zout er zal neerslaan in de vorm van kristallen die zich het liefste ergens aan hechten en vanuit dat begin verder groeien. Bij verdere verdamping komt de zoutmassa boven water te staan en kun je spreken van en heuse zoutpilaar. Zo simpel is het. Maar daar denken anderen weer heel anders over (meestal zo met anderen).
De zoutafzettingen hebben een bijzondere eigenschap als ze in de aardkorst voorkomen. Het gedraagt zich een beetje als stroop die maar niet dikker wordt en dus ook niet zwaarder zoals andere gesteentes. Hierdoor is het zoutmengsel als snel lichter en gaat als het ware omhoogdrijven. Bij scheuren in de aardkorst welt het zout omhoog en vormt daar ondergrondse structuren (zoutpilaren) die later aan de oppervlakte komen. Dat hier vulkanische activiteit nog een handje in geholpen zou kunnen hebben zou best nog wel eens waar kunnen zijn. Dat er nog van allerlei onopgeloste vragen zijn en de theorieƫn beide met een korrelzout genomen kunnen worden versterkt het magische van deze bijzonder mooie natuurverschijnselen.