Het is een wonderlijke wereld daar in de zee. Nu had ik bij plankton altijd een beeld van kleine watervlo/garnaal-achtige diertjes die met kleine krioelpootjes zich voortsleepten door de eindeloze zee. Fout gegokt dus, want dat is dus krill, het voedsel van onder andere walvissen. Het zijn ook geen algen want die zijn plantaardig. Maar wat dan wel? Met deze vraag belanden we al snel in de wonderlijke wereld van de straaldiertjes en een heleboel wetenschappelijke termen (je bent gewaarschuwd).
Stralendiertjes, waaronder Radiolariën (vrij vertaald “de stralenden”) en Zonnediertjes, zijn dierachtige eencellige wezentjes. Ze lijken met hun bolvormige gestekelde skelet van kiezel wel een beetje op miniatuuruitvoeringen van zeeëgels, maar dan een luchtige variant hierop. Het uitwendige skelet bestaat voor het grootste deel uit gat. de vorm van het skelet van stralendiertjes kan enorm variëren. De eenvoudigste vormen zien eruit als een bolletje met gaatjes, meer ingewikkelde soorten hebben kunstige regelmatige en ingewikkelde geometrische vormen, ook met gaatjes. Door deze gaten steekt het inwendige wezen zijn uitstulpingen (wetenschappers noemen dat dan weer schijnvoetjes of pseudopoden) naar buiten. Zo kan het zich voortbewegen, en niet onbelangrijk, (an)organisch voedsel verzamelen. Het voedsel wordt door de schijnvoetjes omhuld (fagocytose) en vervolgens in een voedselvacuole opgenomen, waarin de vertering plaatsvindt. Komt je dat bekend voor? Klopt, echte ouderwetse biologiestof over eencelligen. Straaldiertjes zijn dan ook verre familie van de amoëben en vormen samen met nog een paar andere wezens met van die lieflijke schijnvoetjes de groep Wortelpotigen.
Stralendiertjes leven samen met microscopische algen die zich aan het diertje vasthechten. De afvalstoffen van het stralendiertje zijn het voedsel van de algen, die op hun beurt de door hen geproduceerde zuurstof aan het stralendiertje afgeven. Da’s nog eens efficiënt.
Een straaldiertje is natuurlijk geen eeuwig leven beschoren. Toch zijn van deze familie al uit het cambrium vele soorten bekend. Dat komt door het kiezelskelet. Dat zakt na het afsterven naar beneden. Deze skeletjes vallen als een gestage regen neer op de bodem van de diepzee, zodat daar uiteindelijk een dik pakket ligt. Dat is een uiterst langzaam proces, waarbij soms minder dan een centimeter per 10.000 jaar wordt opgebouwd. Het uiteindelijke resultaat is een gesteente dat vrijwel geheel uit de resten van organismen is opgebouwd. Verharde radiolariënafzettingen worden radiolariet genoemd. Het duurt even, maar dan heb je ook wat.