Gouden Kokerjuffers






Ach wat is ze toch mooi. Niet de Kokerjuffer zelf (echt een schoonheid is het niet) maar het fantastische huis wat ze gebouwd heeft. Hubert Duprat is de bedenker van de levende kokerjuffersieraden. Hij zette de wetenschappelijke experimenten van François-Jules Pictet uit 1835, om in kunst. Pictet onderzocht in hoeverre Kokerjuffers andere materialen gebruiken dan de natuurlijk aanwezige materialen. Navolgers, zoals Jean-Henri Fabre, lieten de Kokerjuffers kokers van rijstkorrels en glazen kralen bouwen. In 1980 liet Hubert Duprat zich inspireren door goudzoekers bij de rivier de Ariège. Zouden er ook gouden Kokerjuffers leven in die rivier? Gouden Kokerjuffers, dat zou een mooi gezicht zijn.

Zo gedacht, zo gedaan. Exemplaren van de families Limnephilidae, Leptoceridae, Sericostomatidae en Odontoceridae werden gevangen en op zachthandige manier uit hun natuurlijke huisjes gezet. In hun nieuwe onderkomen vonden de Kokerjuffers nieuwe materialen, om te beginnen goudvlokken. Hiermee konden de sieraden in spe een nieuw bouwsel maken. Om dat te doen verbindt de larve de materialen met een zijden draad. Door een spiraalvormige beweging te maken creëert de larve zijn koker. Het materiaal wordt vastgezet en de binnenkant bekleed met zijde. Wel zo fijn voor het weke lijf wat de koker beschermt. Door ook kralen van turkoois, opaal, lapis lazuli en koraal, alsmede robijnen, saffieren, diamanten, parels en kleine staafjes goud aan te bieden, verfraaid de Kokerjuffer zijn koker op natuurlijke en magnifieke wijze. Dat een menselijke kunstenaar ze daarbij helpt en ietwat stuurt doet niets af aan het wondermooie zo niet schitterende resultaat.

De Kokerjuffer is zoals gezegd een larve. Ze leeft ongeveer een jaar onder water waarna ze zich verpopt. Na het verpoppen zwemt de vlinder naar de oppervlakte. De schietmot die verschijnt is een effen bruin of grijs gekleurde vlinder die zich voortplant en binnen enkele weken sterft. Het is een zomaar grijs einde voor een in kunde groot bouwmeester en mozaiekkunstenaar. Het bevestigd maar weer eens dat het niet alles goud is wat er blinkt.

Vliegende Vis






Vliegende vissen (Exocoetidae) zijn zeevissen die tot wel vijfhonderd meter kunnen vliegen. Er bestaan er wel zeventig verschillende en allemaal verruimen ze zo nu en dan het ruime sop voor de blauwe lucht.
Waar andere vissoorten kleine borstvinnen hebben om een beetje te sturen en rond te kanbbelen, zijn de borstvinnen (en soms ook de bekkenvinnen) van vliegende vissen ongewoon groot. Deze vinnen kunnen de vissen plat vouwen en uitspreiden al naargelang ze onder of boven water zijn.

Om te vliegen moeten de vliegende vissen op grote snelheid direct onder het wateroppervlak gaan zwemmen. Hierbij worden de vinnen dicht bij het lichaam gehouden. Als vliegende vissen uit het water springen, spreiden ze hun vinnen om zo lang mogelijk te kunnen zweven. Net boven de golven is de luchtweerstand het kleinst, dus de vis blijft relatief dicht bij het wateroppervlak. Eenmaal boven het water kan een vliegende vis ook een serie glijvluchten achter elkaar maken. De vis zet zich hierbij van het water door met zijn staart op het water te slaan, om zich zodoende met kracht af te zetten voor een nieuwe glijvlucht.

Het blijft voor onderzoekers een raadsel waarom vliegende vissen soms de lucht boven de zee verkiezen. Een van de theorieën is dat de vissen vluchten voor roofvissen. Een andere theorie is dat de dieren energie besparen door af en toe een stukje te 'vliegen' . Het houd de wetenschap bezig, maar het zal de vliegende vis worst wezen (of liever plankton, want dat eet hij graag).

pinacotheek







Een pinacotheek of op z'n sjiek Pinacotheca stamt nog uit de Romeinse tijd. In de tijd van de grote Romeinse keizers had vrijwel elke vermogende Romein zijn eigen pinacotheek, oftewel kunstverzameling. De verzameling bestond veelal uit geschilderd werk, maar er werd ook gepronkt met beeldhouwwerk en mooie geschriften. in de 17e eeuw werd het weer erg mode om je rijkdom te tonen door wanden van de voornaamste zaal of gallerij (brede gang) in het huis van boven tot onder te stofferen met dure schilderijen, iets wat dan ook volop gedaan werd. Op legio schilderijen staan pietepeuterige figuren in dure gewaden zich te vergapen aan een magnifieke wand vol met schilderijen. Voor elk wat wils!


zuurzak








Guanabana heeft niets met de Muppetshow te maken. Het bekt wel lekker op dit liedje. Nee, het is een exotische vrucht met een bijzonder lekkere fris zoet-zure smaak. Omdat het heel moeilijk is om uit te leggen hoe lekker, is proberen het devies. De groene vrucht met helder witte binnenzijde en grote zwarte pitten wordt echter niet zo vaak in Nederland verkocht. Zuurzak is niet goed te exporteren (grote kans dat er ook gewoon te weinig vraag naar is) en kun je in herkenbare vorm eigenlijk enkel in blik kopen. Ik weet niet of dit qua smaak bij de real thing in de buurt komt, maar ja wat doe d'r an. Niet veel waarschijnlijk. Appelsientje heeft wel iets gemixt met Guanábana, maar dat smaakt in de verste verte niet naar Guanábana, Jammer. De toko is de aangewezen plek voor de zuurzakliefhebber. Hier zijn, als we de berichten mogen geloven, de eerder genoemde blikken en ook zuurzakpoeder te verkrijgen. In Costa Rica hebben ze in de supermarkt ook Guanábana oplosdrink. Gewoon koel water bij het poeder en genieten maar. Heerlijk! Wij zullen het moeten doen met een recept. Zuurzakijs voor met z'n vieren, maar maak voor de zekerheid alvast de dubbele hoeveelheid..... Succes!




1 blik zuurzak*
125 ml slagroom


Pureer de zuurzak met vocht en al zo recht uit het blik. Meng de puree met de slagroom. Schep het mengsel in een bak en zet luchtdicht afgesloten in de vriezer. Het ijs heeft ongeveer drie uur nodig om tot iets ijzigs te bevriezen, maar om te voorkomen dat je opgescheept zit met een solide blok ijs moet je om het uur de ijskristallen in het mengsel kapot breken. Hierdoor krijgt je ijs een mooie structuur. Een half uurtje voor gebruik uit de vriezer zetten en genieten maar!




* zuurzak is verkrijgbaar bij de Japanse supermarkt. Tenminste, dat is zo in Eindhoven aan de Kruisstraat. Daar zit deze bijzonder smakelijke vrucht echter niet in blik maar met vruchtvlees en al ingevroren in een bekertje in de vriezer.


Er zijn ook recepten waar in de plaats van slagroom, melk (5 kopjes) en suiker (1,5 kopje) wordt gebruikt. Daar moeten dan wel twee blikken met zuurzak bij. Als dat te zoet wordt kan je wat citroensap toevoegen. Het ijsmengsel kan natuurlijk ook in een ijsmachine, maar die moet je dan wel toevallig een hebben staan...

spataderen





Soms ben je nieuwsgierig naar iets wat je later zomaar zou kunnen overkomen. Zo was ik vroeger gebiologeerd door de rare aderen op de benen van mijn oma. Het waren natuurlijk spataderen, maar wat het was, hoe het ontstond en of je er iets aan zou kunnen doen daar had ik natuurlijk toen nog geen idee over. Tijd voor een onderzoek dus.
Spataderen zijn in feite slappe aderen die door lekkende aderklepjes plaatselijk breder zijn geworden. Het zit namelijk zo. Bloed wordt door het hart rondgepomt, maar strtoomt natuulijk moeilijker omhoog dan omlaag. Om te voorkomen dat het bloed na een hartslag terug naar beneden stroomt, zijn de aderen om de tien centimeter van kleppen voorzien. Deze kleppen sluiten de ader na elke pompbeweging af. Sluit de klep niet goed door druk of uitlubbering dan lekt er bloed terug naar beneden, waardoor daar de druk weer toeneemt, met als gevolg een lekkende klep, en zo voort. Hierdoor ontstaan de kleine spataderen, ook wel takkenbosvenen genoemd, maar op termijn ook de dikke kronkelende knobbelige spataderen. 

Spataderen zijn niet mooi, maar ook nog eens ongezond omdat het bloed zijn afvalstoffen minder goed kan afvoeren. Daardoor kun van allerlei kwalen krijgen waar ik nog even niets van wil weten. Waarschijnlijk krijgen astronauten nooit spataderen. Zwaarte kracht is namelijk een grote boosdoener. Mannen wees blij, vrouwen hebben veel meer last van spataderen (een grap over de sterkte van het geslacht had hier goed gepast). Dikke mensen drukken zwaar op hun aderen en ouderdom komt met spataderen. Is er dan niets te doen aan deze uitspattingen?

Jawel. Zwemmen, joggen en wandelen helpt, net zoals niet te lang stil staan of zitten. Gevarieerd eten houd de aderen schijnbaar ook soepel. De voeten en benen van beneden naar boven af spoelen met koud water na het badderen schijnt ook goed te werken. Over steunkousen en gemakkelijke platte schoenen hoef ik nog even niet na te denken. Nou, goed te weten waar ik over tig jaar aan moet gaan denken (er van uitgaande dat ik onthoud dat ik dit stukje had geschreven)

Roald Dahl in Angling Spring Wood






Ten noordwesten van Londen ligt het dorpje Great Missenden. Op zich niets bijzonders, ware het niet dat hier een van de meest bijzondere schrijvers van onze generatie woonde: Roald Dahl. Ik schreef al veel eerder over mijn grote bewondering voor de geniaal mooie boeken die hij schreef. Wat ik echter heel mooi vond was dat Roald net zoals ik graag zijn omgeving heeft verkend. Zo brachten zijn voeten 'm vaak naar een niet al te groot bosje in de omgeving, Angling Spring Wood. In dit bos schreef Dahl zowel die slimme Fantastische meneer Vos als Daantje de Wereldkampioen. Dus ga naar buiten (als het droog is) en ga lekker inspiratie opdoen in je lokale bos!




Glazen bomen


Snoepgoed voor het oog, dat is het, dit glazen bos van de designers StokkeAustad en Andreas Engesvik....



Een keur aan eieren


Eieren zijn bijzondere producten van de natuur. Ze bevatten in potentie nieuw vogelleven en in het geval van een kwartel- of kippenei de belofte van een lekkernij in de dop. Wat mij altijd gefacineerd heeft zijn de vele verschijningsvormen van de eieren. Nu kun je natuurlijk niet van een winterkoninkje verwachten dat deze een ganzenei produceert, maar dan nog. Er zijn zoveel verschillende eieren. De een met een ingenieus stippen patroon, de ander weer fel van kleur. Van Bijna rond ovaal tot sterk conisch toelopend, ze bestaan allemaal. Het grootste ei is van een struisvogel, het kleinste van een kolibri, het meest ronde ei wordt geproduceerd door schildpadden (het zijn net pinpongballen), Het vreemdste dier dat eieren legt is uiteraard het vogelbekdier (plakkerige leerachtige eieren). Als het over vreemde eieren gaat winnen de vissen, maar laat ik het voor nu even bij de dieren met poten en stevige eieren houden die voor hun eieren iets van een nest bouwen. Al kun je dat laatste voor de niet-vogels met een korrel zout nemen. Of  in het geval van de schildpad en de krokodil met een korrel zand. Deze dieren begraven hun kroost voor de geboorte onder de grond. Gelukkig zijn wij een beschaafde soort en doen we dergelijke dingen enkel met onze doden. Maar ja, al die veelvormigheid van ei tot nestplaats heeft uiteindelijk tot doel om zoveel mogelijk kans te geven aan nieuw leven. Al met al is dat zeker geen eitje.

Perpetuum mobile






Het is zo´n mooi idee, een apparaat wat je in beweging zet en wat vervolgens zonder een extra zetje, elektriciteit, warmte of brandstof alsmaar door blijft draaien. De natuurkundige wetten zijn keihard, het is onmogelijk, toch zijn er legio mensen die in de loop der eeuwen getracht hebben een dergelijk Perpetuum mobile te bouwen. Het heeft geresulteerd in de meest fantastische machines, die jammer genoeg geen van allen de eeuwige beweging in zich hadden. Het mooie is wel dat door deze uitvinders we wel weten hoe we met zo weinig mogelijk energie toch iets draaiende weten te houden. Kijk dat is nou iets waar we nog lang de boel draaiende van kunnen houden.







Jules Verne





Jules Verne was een geniale fictieschrijver die zijn verhalen doorspekte met vooruitstrevende techniek, reizen naar plaatsen waar nog geen man was geweest en dat dan in een vorm dat het ook nog eens bijzonder geloofwaardig overkomt. Hij is natuurlijk een grote inspiratiebron geweest voor uitvinders, verzamelaars en andere dromers, waaronder ondergetekende. Alle wetenschappelijke thema's werden in zijn boeken op een boeiende manier tot leven gebracht. Jules Verne liet ons alle hoeken van de aarde zien, van 20.000 mijlen onder zee tot aan de maan en van een wereldreis in 80 dagen naar het middelpunt van diezelfde bol. En overal was er wel iets bijzonders te beleven.




Gemarmerd papier





Vrolijk wordt ik er van; je opent een boek en in plaats van een duf effen schutblad verschijnt er een bontgekleurd gemarmerd schutblad. Het geeft een boek de opening die het (hopelijk) verdiend en mocht dat niet zo zijn dan kun je alsnog plezier beleven aan het bijzondere universum dat het gemarmerde papier in zich heeft. Nu ben ik niet zo'n knutselfrutselaar, maar toch was ik erg benieuwd naar de wijze waarop gemarmerd papier tot stand komt. De basis is simpel; men neme een grote bak, doen daar een vloeistof in en druppelen vervolgens een drijvende kleurstof op de vloeistof. Roeren of lijntjes trekken geeft een wilder effect, net zoals het gebruik van meerdere kleuren. Het te marmeren object wordt vervolgens op de laag gelegd. Dit kan papier zijn, maar ook bijvoorbeeld textiel of zelfs hout. Er is een Deense ontwerpster, Pernille Snedker Hansen, die de marmertechniek gebruikt voor complete vloeren. Dat geeft het hele idee van marmeren weer een totaal andere invalshoek. Een marmeren vloer kan er in ieder geval niet tegenop!



Wil je zelf aan de slag? Zoek dan eens op de technieken Ebru of Suminagashi. Er zijn heel wat creatieve manieren om papier te marmeren.

Axolotl




De axolotl is uitgeroepen tot het bijna lelijkste dier op aarde. Nou daar ben ik het dus niet mee eens! Dit bijzondere amfibie is wellicht wat bleekjes uitgevallen, maar verder toch echt een wonderlijk mooi wezen. Eigenlijk is het bijzondere dier meer vis dan amfibie. Hij brengt zijn hele leven namelijk in het water door. De waaiervormige kieuwen en het feit dat een axolotl nu eenmaal pootjes heeft maakt het toch een amfibie. Het schijnt dat de axolotl ook goed te eten is. Ze worden gekookt of geroosterd en de staart wordt net zoals Fish & Chips traditioneel gegeten met peper en azijn.

Daniel Agdag






Kunst onder een stolp ziet er natuurlijk al snel uit als iets speciaals, maar bij de kunst van Daniel Agdag is er toch net iets meer aan de hand. De droommachines die helemaal uit karton zijn gemaakt zijn zo verfijnd uitgewerkt dat ze zonder de stolp er zo vandoor zouden zijn gegaan. Dank aan Daniel Agdag dat hij deze bijzondere droommachines voor ons heeft weten te vangen.




Bekijk meer van Daniel Agdag.

Onterfd









Ach wat zielig. Ook musea kunnen om wat voor reden dan ook de deuren moeten sluiten, met als gevolg een hele collectie ontheemde erfgoed stukken. Gelukkig is daar de stichting onterfdgoed die zich ontfermd over museale collecties met als doel deze een goed nieuw thuis te bieden. Samen met externe deskundigen bepaalt de stichting welke objecten van belang zijn voor het Nederlands erfgoed. Deze brengt zij vervolgens onder bij andere musea en instellingen. De stukken die overblijven worden ter adoptie aangeboden aan verzamelaars en andere belangstellenden of hergebruikt door kunstenaars, studenten en onderzoekers. Hiermee doet de stichting een uniek ding, namelijk ontzamelen van spullen.

land art Andy Goldsworthy





Kijk zelf  hoe deze bijzondere kunstenaar zijn omgeving gebruikt als kunstwerkplaats.




vleermuisparkiet





Buiten een erg leuke naam heeft de vleermuisparkiet wel erg veel van een doodgewone parkiet. Het vogeltje heeft nou niet iets vleermuisachtigs waaraan je meteen kunt zien dat het een vleermuisparkiet is. Waarom heet het groendonzige beestje dan in godesnaam vleermuisparkiet? Nou deze parkiet heeft de bijzondere gewoonte om ondersteboven te slapen!


Net zoals een vleermuis dus.....

presse-papier





Het zijn Hemels glazen bollen om de post onder te leggen; Presse-papiers. Echt een bijzonder verhaal is er niet aan te ontdekken, maar wat zijn ze mooi. Ik verwonder me vooral over de heldere kleuren die gevangen in het glas rond lijken te tollen, de luchtbellen met zich meeslepend. Fantastisch zulke gestolde actie waar het licht glans aan geeft.


insect schrikeffect





Er zijn opvallend veel vlinders met een oogachtige structuur op de bovenzijde van hun vleugels. In rust, wanneer de vleugels dicht zijn, is de vlinder veelal goed gecamoufleerd, maar zodra ze de vleugels opslaat zijn de ogen duidelijk te zien. In Nederland komen meerdere vlindersoorten voor met ogen op de vleugels. De dagpauwoog is natuurlijk het bekendst, maar ook de argusvlinder, bontzandoogje, hooibeestje, koevinkje, heivlinder, weerschijnvlinder, luzernevlinder en de apollovlinder hebben op ogen gelijkende vlekken. De vlekken en vaak ook de kleuren dienen om aanvallers op het verkeerde been te zetten doordat ze iets anders suggereren dan de aanvaller verwacht. Het zien van ogen geeft bij allerlei dieren schrikreacties, zeker als de ogen ook nog eens groter zijn dan die van de aanvaller zelf.

Het is waarschijnlijk dat een verre voorouder bij toeval enkele vlekken op de vleugels had die het schrikeffect al in enige mate kon opwekken. Dit voordeel zorgde er voor dat er meer van deze vlinders bleven leven en de vlinders met een extra paar ogen zich konden uitbreiden. Verdere natuurlijke selectie zorgde er daarna voor dat deze vlekken steeds effectiever werden en meer op echte ogen gingen lijken. Bij de dagpauwoog is zelfs de licht reflectie in het oog aanwezig in de vorm van een klein vlekje wit in de zwarte pupil.

wormen





De gewone regenworm is een van de mooiere wormen die Nederland rijk is. Met z’n glimmende paarlemoeren glans, z’n flinke lengte (tot wel 30cm lang) en duidelijke segmenten is het een echt plaatje. Nu gebeurt het wel eens dat je in de tuin aan het werken bent en spontaan een worm een kopje kleiner maakt. Daar hebben regenwormen echter iets op bedacht. Ze hebben namelijk een tamelijk groot herstellingsvermogen. De worm kan verloren gegane lichaamsdelen vervangen, maar niet tot elke prijs. Een worm moet minimaal vijftien onbeschadigde segmenten over hebben om te kunnen overleven. De kont van de worm is bijna altijd ten dode opgeschreven, waarschijnlijk omdat het te lang duurt voordat de kont beseft dat het nu de taken van het vooreinde moet overnemen. Wat ze in ‘r kop heeft, heeft ze dus niet zomaar in ‘r kont.


De voorkant, waar de mond zit, heeft meer overlevingskansen. De bloedvaten ter plaatse van de verwonding trekken zich samen en verstoppen de kapotte vaten, hierna kan weer herstel optreden. Het hele proces van aangroeien van verloren segmenten duurt daarna tot wel 3 maanden lang. Nu komt het belangrijkste: herstel van regenwormen vindt alleen plaats bij gunstige omstandigheden, vooral tijdens warme zomermaanden. Er is dit jaar dus maar weinig hoop voor de doorstoken regenworm. Maar niet getreurd! Het natte weer gebruiken regenwormen om boven de grond op zoek te gaan naar een partner. Omdat ze gevoelig zijn voor uitdroging gebeurt dit meestal in de ochtend of avond of overdag na een regenbui. Zo heeft ieder nadeel toch weer een voordeel.

potloodkunst





Te gek voor woorden!





Blaadjes per m2





Het is weer lente. Het heeft even geduurd, maar ook dit jaar krijgen de bomen weer groene blaadjes. Nu is het interessant om te weten wat zo'n boom nu aan blaadjes maakt. Aangezien bepaalde natuurbeheerders alles willen weten van wat ze aan natuur beheren weten we hoeveel blaadjes er aan een boom groeien.


Een grote monumentale zomereik heeft zomaar 200.000 bladeren, per blaadje 0,4 gram. Dit betekent dat er in de herfst zo'n 80 kg eikenbladeren per boom naar beneden stort. Een fikse beuk doet daar nog een schepje bovenop. Het is in de natte zomer de ideale boom om onder te schuilen met maar liefst 670.000 bladeren á 0,3 gram per blaadje vormt het bladerdek van de beuk een waterdichte paraplu. Het is maar goed dat de bladeren niet als een klomp naar beneden storten. Tweehonderd kilo ineens en dan ook nog van een flinke hoogte zou een beetje teveel van het goede kunnen zijn.


Albertus Seba





Albertus Seba was een succesvol apotheker die van 1700 tot 1736 niet enkel een apotheek had, maar vooral beroemd werd vanwege zijn Hobby. Zijn succes als apotheker gaf hem de kans om zijn echte passie na te streven: het verzamelen. Seba rende, wanneer de schepen aangekomen waren, naar de haven om te onderhandelen met zeilers en scheepschirurgen over de exotische planten en dierlijke producten die hij zou kunnen gebruiken voor het bereiden van medicijnen. Naast de geneeskrachtige elementen en kruiden had hij een grote verzamelwoede die van alles besloeg; zoogdieren, vogels, schelpen, insecten en slangen. Hoe exotischer hoe beter.
Dit bleef uiteraard niet onopgemerkt. Na tien jaar van geneeskrachtige recepten schrijven en verzamelen werd hij opgemerkt door tsaar Peter de Grote en werd zijn hofleverancier (het gerucht gaat dat Seba soms betaald werd in verse gember). In eerste instantie leverde hij vooral geneeskrachtige poeders, maar al spoedig kwam Peter de Grote te weten dat Albertus Seba een hele mooie verzameling had. Nu was Peter de Grote ook zelf verzamelaar al verzamelde hij ook andermans verzamelingen. In dit geval werd er na een lange correspondentie overeenstemming bereikt over de aankoop (15.000 gulden) en werd de gehele verzameling van Albertus verscheept in 17 kisten naar de tsaar. Daarmee werd Seba op slag een schatrijk man. Hij begon vrolijk aan een tweede verzameling en liet meteen ook een aantal boekwerken met gravures gebaseerd op zijn verzameling maken.

Het complete naslagwerk heette heel ‘bescheiden’ Locupletissimi rerum naturalium thesauri accurata descriptio - Naaukeurige beschryving Van het schatryke kabinet der voornaamste seldzaamheden der natuur. Linnaeus bezocht het kabinet van Albertus Seba in 1735 het jaar voor Seba’s dood. Linnaeus zou in zijn werk maar liefst 284 keer citeren uit het werk van Seba. De eerste twee delen van Seba's collectie werden nog uitgegeven toen hij leefde, het derde en vierde deel pas ver na zijn dood toen zijn tweede verzameling uiteen gevallen was door een openbare veiling. Het waren stuk voor stuk bijzondere boeken waarin wetenschap, verbeelding en kunstzinnige interpretatie verweven waren. De platen werden gemaakt door een keur van kunstenaars en graveurs die alles met een groot oog voor detail en een uiterste precisie in een mooie rangschikking weergaven. Een van de boeken gaat over zeeleven en werd voorbereid door Peter Artedi. Hij maakte zijn werk echter niet af. Na een etentje bij Albertus Seba had hij zoveel gedronken dat hij in de gracht viel en verdronk. In totaal werden er door verschillende kunstenaars 446 platen gemaakt in zwart-wit. Omdat kleurige platen beter verkochten werden de afbeeldingen later met de hand nog ingekleurd. Dat alles maakt de Naaukeurige beschryving Van het schatryke kabinet der voornaamste seldzaamheden der natuur van Seba tot een meesterwerk van onschatbare waarde.

Pinkzout





Pinkzout, nee ik had er ook nog nooit van gehoord en toch bestaat het. De jassen die gebruikt worden voor de vossenjacht zijn rood. Het pinkzout wordt gebruikt om deze katoenen jassen te kleuren. Een dergelijke jas wordt daarom in Engeland een Pinkcoat genoemd wat dus helemaal niets met roze of bij de pinken zijn te maken heeft.

fabergé eieren






Je hebt eieren en je hebt Fabergé eieren. Het fijne onderscheid is dat je bij Fabergé eieren je jezelf niet hoeft af te vragen wat er eerst was, want er is namelijk geen kip aan te pas gekomen. Fabergé eieren zijn kunstwerkjes zoals je niet veel zal zien (als je er al ooit een te zien krijgt). Met veel juwelen, edelmetalen en gesteenten. Ieder ei heeft zijn eigen naam en geschiedenis. Zo heet dit mooie groene exemplaar het Kelch Apple Blossom Egg of ook wel Jade Egg (ondanks dat het ei niet van jade maar van nefriet gemaakt is). Dit ei werd in 1901 door Fabergé gemaakt voor meneer Kelch die er mevrouw Kelch mee wilde verrassen. Het ei is ongeveer 14 cm lang, 10 cm hoog en staat op pootjes. Maar dan niet zomaar pootjes, nee het zijn rood en groen gouden bloesemtakken in de knop die het ei in de lucht tillen. De bloesems zijn van wit en rozig emaille met als hart een rose diamant. Het is al met al een heel mooi voorbeeld wat er gebeurt als art nouveau en japanse invoeden elkaar vinden in een ontwerp. Nu schijnt het zo te zijn dat het ei niet een op zich zelf staand cadeau bedoelt was, maar ook als verpakking diende voor een ander sieraad dat zijn opwachting maakte op een bedje van fluweel aan de binnenzijde. Wat het was is helaas niet bekend. Het was hoogstwaarschijnlijk ook iets met goud of diamanten.



Het hele circus rondom de juweel-eieren begon in 1885. De Russische Tsaar (de een na laatste) gaf zijn favoriete juwelier Peter Karl Fabergé de opdracht om een paasei-juweel te maken als gift voor zijn vrouw. Dit viel zo goed in de smaak dat het een ware traditie werd. De laatste Tsaar, Alexander III liet zelfs twee eieren per jaar maken door Fabergé, iets wat deze graag deed. In totaal maakte hij met zijn atelier vele eieren die overigens ook door andere zeer rijke personen gekocht werden. Het verhaal gaat dat zelfs de Tsaar niet wist wat voor ei hij zou gaan geven, noch wat voor verrassing het zou bevatten. In totaal zijn er (zover bekend) nog rond de 50 eieren bewaard gebleven. Het atelier van Fabergé werd gesloten na de Russische revolutie (1918) en (op een latere telg na) werden er vervolgens geen Fabergé-eieren meer gemaakt. Dat maakt de bestaande eieren zo kostbaar en uniek dat er nu nog steeds mensen speuren naar de verdwenen exemplaren. Zo werd er in 2001 nog een ei teruggevonden. Het was het laatste, nooit voltooide ei voor de tsarina.


rimpelvingers





Rimpelvingers en rimpelige tenen na het badderen of lekker lang zwemmen heeft iedereen wel eens. “De huid heeft zeker teveel water opgenomen” is lang de redenatie geweest, maar dit blijkt dus niet te kloppen. Dode mensen krijgen (vraag me niet hoe ze hier achter zijn gekomen) geen rimpelhanden. Iets minder luguber, ook lepra patiënten of mensen met een getransplanteerde vinger zijn vrij van rimpelverschijnselen. Nee, het is ons centrale zenuwstelsel dat er voor zorgt dat onze handen aan het rimpelen slaan. De zenuwen laten de bloedvaten in onze vingertoppen vernauwen zodat er rimpels ontstaan. Gemiddeld ontstaan die rimpellingen al na drieënhalve minuut. Met ouwe vrouwtjeshanden tot gevolg. Maar waarom? Meer grip op de natte ondergrond zou zomaar het goede antwoord kunnen zijn. Het blijkt namelijk zo te zijn dat je met rimpelige vingertoppen sneller bent in het grip krijgen op voorwerpen om ze te verplaatsen. Omdat het vlakke oppervlak van de vinger water niet snel afvoert ontstaan de rimpels vooral daar aan de zijkant van de vingers is het bijna nooit rimpelig (tenzij je natuurlijk echt oud vel hebt). De rimpels vormen een soort afvoerkanaaltjes waardoor water sneller afgevoerd kan worden. Het is dus duidelijk dat rimpels in natte omstandigheden voordeel opleveren. In droge omstandigheden geldt dat niet. Dat beantwoord voor mij meteen de vraag waarom we niet altijd met rimpels rondlopen. Samentrekken van huid (want dat is wat er feitelijk gebeurt als de bloedvaten zich vernauwen) kost energie en als het toch niet nuttig is kun je die energie beter aan iets nuttigs besteden. Zoals lekker slapen.

Related Posts with Thumbnails