Eieren zijn bijzondere producten van de natuur. Ze bevatten in potentie nieuw vogelleven en in het geval van een kwartel- of kippenei de belofte van een lekkernij in de dop. Wat mij altijd gefacineerd heeft zijn de vele verschijningsvormen van de eieren. Nu kun je natuurlijk niet van een winterkoninkje verwachten dat deze een ganzenei produceert, maar dan nog. Er zijn zoveel verschillende eieren. De een met een ingenieus stippen patroon, de ander weer fel van kleur. Van Bijna rond ovaal tot sterk conisch toelopend, ze bestaan allemaal. Het grootste ei is van een struisvogel, het kleinste van een kolibri, het meest ronde ei wordt geproduceerd door schildpadden (het zijn net pinpongballen), Het vreemdste dier dat eieren legt is uiteraard het vogelbekdier (plakkerige leerachtige eieren). Als het over vreemde eieren gaat winnen de vissen, maar laat ik het voor nu even bij de dieren met poten en stevige eieren houden die voor hun eieren iets van een nest bouwen. Al kun je dat laatste voor de niet-vogels met een korrel zout nemen. Of in het geval van de schildpad en de krokodil met een korrel zand. Deze dieren begraven hun kroost voor de geboorte onder de grond. Gelukkig zijn wij een beschaafde soort en doen we dergelijke dingen enkel met onze doden. Maar ja, al die veelvormigheid van ei tot nestplaats heeft uiteindelijk tot doel om zoveel mogelijk kans te geven aan nieuw leven. Al met al is dat zeker geen eitje.