Wie nu ook als eerste was, Hans Lipperhey, Zacharias Jansen en Jacob Metius zijn de eerste verrekijker-makers van Nederland (en wellicht ook wel europa) geweest. Hun kennis werd later door Galileo Galilei gebruikt voor het maken van de eerste echte telescoop.
Dat Galileo Galilei de telescoop maakte vond iedereen prachtig. Totdat de wetenschapper met diezelfde telescoop ontdekkingen deed die niet in het straatje paste van de paus. Hij ontdekte namelijk dat de aarde om de zon draaide en daarom niet het middelpunt van het heelal kon zijn. Het vaticaan vond alles best zolang Galileo zich maar ver hield van deze stelling. Hij kreeg van de paus en de inquisitie toestemming om een boek te schrijven over zijn bevindingen. De wetenschapper worstelde met de baanbrekende boodschap en goot zijn boek uiteindelijk in de vorm van een dialoog tussen drie mannen. De mannen hebben een dialoog over de materie van de planeten en de zon. De man die de kerkelijke visie er op na houdt heet in de dialogen Simplicus. De paus legde deze naam nogal verkeerd uit. Het leek wel alsof Galileo Galilei bedoelde dat iedereen die niet dacht dat de aarde om de zon draaide maar simpele zielen of dwazen waren en dat hij, de paus, een van hen was. Dat kon Urbanus VIII natuurlijk niet over zijn kant laten gaan. Hij nam dan ook zijn maatregelen. Galileo kreeg in 1633 levenslange huisarrest. Uiteindelijk stierf hij negen jaar na zijn veroordeling.
Maar wat heeft die vinger er nu mee te maken?
Galileo Galilei werd in 1642 in de Basilica di Santa Croce begraven. Hij kreeg echter niet een mooi plekje, maar moest genoegen nemen met "een kleine kamer naast de novicenkapel aan het eind van een gang van het zuidelijke transept van de basilica naar de sacristie" (zoals Wikipedia het zo duidelijk omschrijft). In 1737 werd het lichaam van Galilei echter weer opgegraven. Er was in de kerk een mooie plek gemaakt waar Galileo Galilei herbegraven zou worden. Dat gebeurde ook, maar voordat het zover was werd eerst een kijkje genomen in de kist. Het bleek dat de "kleine kamer naast de novicenkapel aan het eind van een gang van het zuidelijke transept van de basilica naar de sacristie" een nogal droge begraafplek was geweest. Galilei's lijk was namelijk helemaal verdroogd en dus niet vergaan. De verhalen vertellen dat het lijk een dito medio all'insù (opgestoken middelvinger) liet zien aan de rechterhand. Ongehoord natuurlijk. Wat ook ongehoord was, was dat er na opening van de kist er van Galileo het een en ander verdween. Zo ontbrak bij de herbegraving de bewuste middelvinger, enkele wervels, nog twee vingers en een stel tanden. Later zou blijken dat de geroofde lichaamsdelen als relekwiën bewaard werden door de families van de lijkenpikkers. Het waren dus duidelijk fans. Voor Galileo Galilei maakte het allemaal niet meer uit. Hij kreeg uiteindelijk gelijk en maakte met zijn middelvinger een groot statement richting diegene die hem niet wilde geloven.