Stel je leeft in de 18e eeuw en hebt een zak graan gekocht op de markt van 's-Hertogenbosch. Dan heb je in andere woorden 1 mouwer oftewel 4 schepel aan graan in je bezit. Als je nu paard en wagen pakt en naar Heusden rijdt dan heb je ineens nog maar 3,5 schepel oftewel 112 maatje aan graan over zonder ook maar een korrel verspild te hebben. In Heusden is een schepel namelijk groter dan in 's-Hertogenbosch. Zo gaat het van stad tot stad en van regio tot regio. Overal waren de inhoudsmaten anders van grootte en naam en het zelfde gold voor lengten. Veelal waren de verschillende benamingen ook nog gekoppeld aan een bepaald product, waardoor een kan bier heel anders van inhoudsmaat was dan bijvoorbeeld een kan brandewijn. Het hele zooitje aan maten, gewichten, oppervlaktes en lengtes werd door Napoleon rond 1820 op de schop genomen. Hij introduceerde de kilogram en de meter. Om gewichten af te meten werd er gebruik gemaakt van standaardgewichten. Om het rommelen met die gewichten te voorkomen werden de gewichten streng gecontroleerd. Iedere keer dat een gewicht goed werd bevonden werd er een letter van het alfabet in het gewicht geslagen. Dat maakt dat oudere gewichten vaak er uitzien alsof iemand ze versierd heeft. Ik vind ze er nog gewichtiger van worden.