Noorderlicht






Het Noorderlicht hangt samen met uitbarstingen op de zon, waarbij grote hoeveelheden elektrisch geladen deeltjes naar alle kanten het heelal in geslingerd worden. Het aardmagnetisch veld zorgt ervoor dat de deeltjesstroom in de omgeving van de aarde worden afgebogen en in de buurt van de Noord- en Zuidpool met een snelheid van 1600 km/sec de atmosfeer binnen kan dringen. De deeltjes bevatten veel energie, die in de bovenste kilometers van de atmosfeer door botsingen wordt overgedragen op zuurstof- en stikstofmoleculen op 80 tot 1000 kilometer hoogte. Door de grote extra hoeveelheid energie raken de moleculen als ware uit balans. Om weer in balans te geraken wordt er energie afgestaan in de vorm van een kleurige lichtflits. De soort kleur hangt af van het soort deeltje waarop het elektron botst en van de luchtdruk waarbij de botsing plaatsvindt. Een lage druk met zuurstof geeft geelgroen en bij een nog lagere druk rood. Een botsing met deeltje stikstof geeft een blauwe kleur. Omdat de lucht natuurlijk niet overal de zelfde druk heeft en altijd een mengsel is van zuurstof en stikstof (met hier en daar op deze hoogte nog wat anders) ontstaan vele variaties, van fletsgroen tot en met purperpaars. Omdat de deeltjes in golven de atmosfeer doordringen en zich richten naar het magnetisch veld ontstaan bewegende bogen, stralenbundels of schuivende gordijnen van licht, maar vaker is het een lichte kleurige gloed. Het maakt van Noordelicht (wat overigens op de zuidpool anders heet) een magisch schouwspel.

Related Posts with Thumbnails