Alle dertig spieren uit een gezicht hebben twee aanhechtingsplaatsen en een vaste opbouw waarin ze in het gezicht voorkomen. Al deze spieren kunnen zich onafhankelijk van elkaar samentrekken. Aan de aanhechtingspunten (ruwere plekken) op de schedel kun je zien waar de gezichtsspieren waren aangehecht, hoe groot ze waren en hoe ze liepen. Degene die de reconstructie maakt moet daarom heel goed weten hoe een gezichtspier loopt en wat de dikte is om er daadwerkelijk iemand met een gezichtsuitdrukking van te maken. Hiertoe worden de spieren van binnen naar buiten weer terug aangebracht met boetseerklei. Doordat de aanhechtingsplaatsen van geen enkel schedel gelijk zijn ontstaat er iedere keer weer iets unieks. Naast de aanhechtingsplaatsen van de spieren wordt er ook gekeken naar de vorm van de oogkassen, de jukbeenderen en de kin. Het gebit kan informatie opleveren over de vorm van de lippen. De vorm van de neusholte levert vervolgens informatie over de lengte en breedte van de neus. Daar waar het verlengde van de neusbrug en het verlengde van het onderste uitsteeksel in de neusholte elkaar raken is het puntje van de neus. De breedte van de neus kan bepaald worden door ongeveer 3/5 van de lengte van de totale neuslengte te nemen. De neusgaten bepalen een belangrijk deel van de uitstraling van de neus, maar juist dat deel is niet goed te herleiden. Gokken dus. Het blijft sowieso een gok omdat de neus net zoals de oren uit zacht materiaal bestaan. Toch zijn bepaalde dingen meestal wel in verhouding, zoals het feit dat de oren meestal net zo groot zijn als de neus hoog.
Nu de spieren hun plek hebben kan er een huid overheen. Met houten pinnen op het schedel van een paar millimeter wordt de huiddikte aangeven. Deze is dun op het voorhoofd en wat dikker op de wangen, afgewerkt met wat echte huidstructuur. In dit stadium komt ook de verbeelding naar boven. Had de persoon in kwestie (lach)rimpels, littekens, een pukkel, een baard of alles in een? En welke kleur was het (gezichts)haar als daar niet iets over bekend is? Wat was de kleur van de ogen? Geen idee natuurlijk, maar toch ook wel. Uit gegevens hoe de persoon leefde kun je wel iets afleiden en de meeste mensen uit Afrika bijvoorbeeld hebben bruinzwart haar. Het (met de hand) aanbrengen van dat haar kan overigens wel ruim drie dagen duren. Maar ja, als je iets reconstrueert wat tienduizenden jaar oude botten weer een gezicht geeft, kunnen die drie dagen er ook nog wel vanaf. Zeg nou zelf, een onbehaarde Neanderthaler is toch geen gezicht?
Er zijn niet veel mensen die dit speciale, meesterlijke beroep uitoefenen. We kunnen in Nederland trots zijn dat we enkele mensen hebben die dit werk zó goed in de vingers hebben dat ze van over de hele wereld gevraagd worden voor hun levensechte (pre)historische reconstructies. Het werk van de gebroeders Kennis (en ja, ze hebben er zeer duidelijk verstand van) is te vinden over de hele wereld, maar ook op hun website: http://www.kenniskennis.com/site/Home/
Het gebruikte beeld bij dit verhaal is de ruwe versie van de reconstructie die de gebroeders Kennis maakten van Ötzi. Je kent 'm wel; Ötzi de ijsman.