Al ver voor
onze jaartelling ontdekte men dat magnetietkristallen elkaar aantrekken of
afstoten. Dit verschijnsel wordt magnetisme genoemd. Verantwoordelijk voor het
magnetisme van magnetiet is het ijzer dat er in zit. Veel ijzerlegeringen vertonen
magnetisme. Naast ijzer vertonen ook nikkel, kobalt en gadolinium magnetische
eigenschappen. Als het magnetische effect groot is spreek je van een magneet. Alle
magneten hebben twee polen die de noordpool en de zuidpool worden genoemd. Gelijke
polen stoten elkaar af en ongelijke trekken elkaar aan.
Magneten
worden gemaakt door een bak vloeibaar metaal (vaak een legering van ijzer,
nikkel en kobalt) in het midden van een
zware stroomspoel te plaatsen. Die spoel wordt onder een enorme stroomsterkte
gezet waardoor een zeer sterk magnetisch veld ontstaat. Daardoor wordt het in
de bak aanwezige vloeibare metaal ook magnetisch. Het vloeibare metaal wordt
zeer snel afgekoeld en blijft dan permanent magnetisch. Omdat het een legering
met ijzer is roest het niet door zoals gewoon ijzer wel doet.
Zeer sterke
magneten worden gemaakt met exotische elementen zoals Samarium en Neodymium.
Deze magneten zijn zo sterk dat je ze niet meer van een plaat ijzer kunt
verwijderen als ze eenmaal vastzitten. Door hun grote magnetische veld zijn ze
in staat om harde schijven van computers of de chip uit je pinpas te vernietigen.
Ze zijn echter ook heel bros. Wanneer er twee op elkaar botsen vergruizen ze
elkaar.
Een ijzerlegering kan magnetisch gemaakt worden, maar er zijn ook omstandigheden
waarbij de magnetische eigenschap afneemt of verdwijnt. Zo geeft iedere magneet
een klein deel van z’n magnetische kracht af aan hetgeen er door aangetrokken
wordt. Deze dingen worden ook een heel klein beetje magnetisch. Het magnetische
veld van de magneet neemt echter een klein beetje af. Sneller gaat het bij
verhitting. Boven een bepaalde temperatuur neemt de magnetische kracht sterk af
en raakt een magneet gedemagnetiseerd. Ook schijnt het hard stoten van een
magneet de magnetische kracht te kunnen breken. Daarmee stoot een magneet zich
maar eenmaal aan dezelfde steen.