Het mineraal pyriet of ijzerkies is een mineraal dat vaak mooi gevormde kristallen vormt zoals kubussen. Het mineraal heeft een goudachtige metaalglans. Die glans verandert echter als het glansvlak kantelt, terwijl het bij goud dezelfde goudglans behoud. Ook is pyriet hoekig, met scherpe randjes en hard, terwijl echt goud rond en zacht is.Wanneer pyriet in contact komt met zuurstof en water verandert het van kleur, omdat er dan sulfaat en roest vrij komt.
Pyriet is een mineraal dat op vele verschillende manieren kan ontstaan.Op plaatsen in de grond waar veel ijzer en zwavel maar geen zuurstof aanwezig is wordt vanzelf pyriet gevormd. Het zwavel is afkomstig van organisch materiaal. Doordat pyriet in de dode cellen wordt gevormd, blijft de vorm behouden en ontstaan er fossiellen van pyriet. Meestal ontstaat pyriet in diepe spleten onder de grond, waar heet water doorheen stroomt en waarin ijzer en zwavel opgelost zijn. Wanneer het water dichterbij het aardoppervlak komt en afkoelt, verbinden het ijzer en zwavel zich tot pyriet. In magmakamers kunnen nog grotere kristallen ontstaan. Als dit magma langzaam afkoelt doordat het dichter bij het aardoppervlak komt te liggen begint de kristalgroei.
De naam pyriet is al zeer oud, afgeleid van het oude Indo-Europese woord pyr wat vuur betekent. Pyriet werd dan ook gebruikt om vuur te maken door pyriet tegen vuursteen of ijzer aan te slaan. Doden kregen pyriet mee in hun graf om ook in het leven na de dood vuur te kunnen maken. Maar de glans van Pyriet maakte ook de gek in de mens los. Het wordt ook wel trollen- of gekkengoud genoemd omdat het soms voor goud aangezien werd. Pyriet is echter nepoud met een grote rijkdom maar zonder waarde.