Ik kan er niets aan doen, schedels groot en klein roepen bij mij een bepaalde fascinatie op. De veelvormigheid van schedels vind ik bijzonder boeiend. Al die kleine gaatjes waar ooit spieren begonnen die voor beweging zorgden, de grote oogkassen, de rare lamellen in de neus (of de mooie snavel in het geval van een vogel), ik kan me er heerlijk over verwonderen. Maar waarom die kop? Nou, ik heb het geduld niet voor het totaal prepareren van een skelet (veel te priegelig, daar begin ik niet aan), maar die kop die stop je voor drie maandjes onder de zoden, even schoon boenen en dan heb je zo weer een mooi exemplaar voor in de kast er bij. Je zou kunnen zeggen dat ik een koppensneller ben.
Alastair Mackie deelt schijnbaar deze koppensnellers-mentaliteit samen met mij. Het aantal schedeltjes in een van zijn kunstwerken moet toch zeker wat tijd gekost hebben om te verzamelen. Zou deze kunstenaar uilenballen uitgepluist hebben, vallen gezet met kaas of is er wellicht een verklaring die veel meer voor de hand ligt? De ongediertebestrijder zal zijn wenkbrauwen wel gefronst hebben bij het verzoek om zo'n 200 dooie muizen... Bekijk meer van deze bijzondere kunstenaar op zijn website.(ik hoop dat ie snel weer werkt, de website was bij het posten van dit verhaal 'under construction')