Schreef ik al eerder over het
nut van navigatie op zee, een van de navigatie-instrumenten bleef me op de een of andere manier bezighouden. Het betreft de navigatiering, een vernuftig stukje mechaniek. Zoals de naam al zegt is de navigatiering een ringvormig navigatie-instrument. Het bestaat uit twee in elkaar vallende ringen die onafhankelijk van elkaar te verdraaien zijn. Het ingenieuze staaltje navigatiewerk werkt als een zonnewijzer. Ten eerste stelt men de breedtegraad in. Als je een simpele versie hebt blijf je mooi op de breedtegraad waarvoor jouw navigatiering voor gemaakt is. Daarna kan door het verdraaien van de binnenste ring de datum en tijd geschat worden. Daarmee weet je ook meteen waar je bent. Het mooie en meteen ook het curieuze aan deze oude voorwerpen (de oudere exemplaren zijn van voor 1500, de afgebeelde is van 1696) is dat ze niet enkel voor navigatie op de zon gemaakt werden, maar ook voor navigatie met de sterren en op de maan. Uiteraard kwam een dergelijke navigatiering met een zomer- én een winterstand.