rariteitenkabinetten


Kunstkamers, rariteitenkabinetten, verzamelingen van de bijzondere buitenwereld in het klein. De gegoede burgers van de 16e, 17e en 18e eeuw schiepen met hun verzamelingen orde in het buitenissige wat de wereld te bieden had. In deze verzamelingen, die in latere tijden herschikt en opgesplitst zouden worden naar de aard van de voorwerpen, was nog geen onderscheid of scheiding tussen curiosa, devotionalia, naturalia en artificialia. Nieuwsgierigheid en verwondering voerden de boventoon, waarbij het kennisaspect enkel statusverhogend werkte.

De onderwerpen waren legio. Zo was het gebruikelijk om in ieder geval van de drie rijken der natuur een of meerdere voorwerpen te hebben. Rijk één was wat we nu geografie zouden noemen. Dit onderdeel van de verzameling bestond uit stenen met bijzondere herkomst, mineralen en fossielen. Rijk twee noemen we nu botanie en omvat alles wat met planten, oftewel flora, te maken heeft. Naast gedroogde (exotische) planten en stukken koraal werden er ook levende plantenverzamelingen aangelegd. Daarmee waren de Hortussen geboren. Verzamelingen met enkel bomen werden arboreta genoemd. Het derde rijk omvatte het gehele dierenrijk. Er was nog geen echte systematiek, dus een narwalhoorn kon gewoon gebroederlijk naast een opgezette stekelvis hangen in een verzameling. Naast gedroogde of opgezette dieren en skeletten bevatte het dierendeel van een rariteitenkabinet ook vaak fauna op sterk water in potten met opschrift. Een mythisch wezen kon zomaar in een van de potten z’n onderkomen hebben. De verzamelaars die het echt groots aanpakten verzamelden ook levende dieren, wat later uitmondde in de alom bekende dierentuinen.

En dat was dan nog enkel het onderdeeltje natuur. Onder het onderdeel artificialia viel alles wat met mensen te maken had, schilderkunst, kunstvoorwerpen, gebruiksvoorwerpen van vaak exotische volkeren, historische boeken, prenten, beeldhouwwerk, sieraden, vuurwapens, devotionalia en nog een hele (niet nader te noemen) waslijst. Er zaten natuurlijk ook dingen tussen die we tegenwoordig curiosa zouden noemen. Feit is wel dat ook de artificialia later uiteen werden gehaald. De kunst in een apart museum, bijzondere volken naar het volkenkundig museum en historie naar de bibliotheek of in een oudheidkundig museum naar onderwerp. Alles netjes in een hokje.

Allesomvattende verzamelingen waren ook onderhevig aan de mode. Vanaf de 18e eeuw was het ordenen naar de laatste wetenschappelijke inzichten de mode. Specialisatie was het toverwoord. Alles wat niet paste binnen de verzameling werd verkocht aan anderen. De goed gefinancierde verzamelingen kregen uiteindelijk eigen musea. Verzamelen van het mooiste, bijzonderste en meest exclusief exotische was geen goedkope hobby. De gedreven verzamelaars verzamelde soms meer rariteiten dan hun fortuin aan kon. En hun nazaten zaten er dan mee. Veel van de meest bizarre verzamelingen, die zeker niet in een hokje te plaatsen vielen, vielen daarom dan ook uiteen door erfeniskwesties, financieel wanbeheer en onkunde.

Related Posts with Thumbnails