Dat barnsteen versteende dennenhars is weet nu zowat iedereen. Maar zoals wel vaker met mooie materialen zijn er ook mooie verhalen te vertellen. Het feit dat er veel insecten in barnsteen worden aangetroffen ontging ook de Romeinen niet. Zij verklaarden dit door aan te nemen dat barnsteen vloeibaar was toen het de insecten bedekte. Helemaal goed dus (slimme jongens die Romeinen). De Grieken hielden er echter een veel meer poëtische verklaring op na.
Barnstenen tranen
Hij valt in de legendarische rivier Eridanus (de huidige Po), waar hij word gevonden door de riviernimfen Lampetia en Phaetusa. Zij zijn dochters van de Helios en daarmee halfzussen van Phaeton. Zijn halfzussen, ook wel de heliaden genoemd, rouwen om hem en begraven hem ergens langs de Eridanus. De tranen van de nimfen druppelen neer en stollen tot barnsteen.
Een mooi, en zoals in veel griekse sagen, tragisch verhaal, maar waar haalden de Grieken en Romeinen eigenlijk hun barnsteen vandaan? De voornaamste vindplaats van barnsteen was en is het Oostzeegebied. Verscheidene karavaanswegen hebben enkele eeuwen voor Christus de vindplaatsen aan de Oostzee (Estland) en Noordzee (Denemarken) verbonden met de afnemers in het Middellandse Zeegebied via verschillende barnsteenroutes. Deze routes volgde net zoals andere handelsroutes de meest veilige weg van noord- naar zuid-europa. Het bijzondere is dat oude schrijvers de river de Eridanus ergens in het hoge noorden situeerden en dus in de buurt van de Oostzee. In de monding van deze rivier lagen volgens overlevering de Barnsteen-eilanden. Later werd deze rivier vereenzelvigd met de Po in Italië, omdat deze aan het eind van de Barnsteenroute naar griekenland lag. Zo werd een griekse sage een mooi handelsverhaal met een moraal.